COLOMBUS, |
COLOMBUS, |
Wanneer Colombus, belaaden met ketenen, uit de nieuwe waereld te rug gekomen was, gevoelden Ferdinand en Izabella welhaast wat nadeel hunne eer door deeze gebeurtenis zou lyden: zy haastten zich dus, om, ten einde eenigszins dien wreeden hoon te vergoeden, den admiraal aan hun hof te noodigen, en zonden hem eene somme gelds, zonder hem in zyne rechten te herstellen. Op deeze uitnoodiging en dit geschenk antwoord Colombus, door den volgenden brief. |