INHOUD |
BRIEVEN[Vignet]tAMSTERDAM, |
G. BIDLOO |
Op de BRIEVEN der |
Ad Amicum meum |
GOVARD BIDLOO. Letterkeer.* BID GOD VOOR AL. |
BRIEVEN |
PETRUS aen (a) JULIANUS, |
Ik heb voorbygaende de verschillende gevoelens, na de getuygenissen veler Geschiedenisschrijvers het sterven van PETRUS, als te Romen voor gevallen, beschreven, gelyk Eus. lib. 2. cap. 25. en Egesipp. lib. 3. cap. 2. willen. |
(a) Dat de Joden zomtyds Romeinsche of Grieksche namen aannamen, blykt alleen in de H. Schrift, ook zelf in CHRISTUS; en zo was de naam van PETRUS, CEPHAS. Zie Johan. I. V. 43. Deze is te ALEXANDRYE, (gelyk in het einde dezes briefs is aangeteekent) met EUNES gegeesselt, op kameelen zittende, en herom gevoert, levendig verbrant. Docht alle Schryvers stellen den tyt wanneer net even eens. |
(a) ANTIOCHIE heeft vele beteekeningen: want nu word er een Landschap of gedeelte van Syrië, dan zeker Eiland en strand alzo genoemt, by verstaan, ja ook veele steden hebben dien naam gevoert: zie Steph. en andere Landbeschryvers: alhier is ANTIOCHIE de grootste, ja hoofdstad van SYRIE; [...] wyder na PTOLOM. PLINIUS, STRABO en de hedendaagsche Landbeschryvers. eusebius en andere zeggen, dat petus in deeze stad een Kerk gebouwt, en zelf daleer eerst Bisschop is geweest. |
MATTHIAS aan ORNAN, |
MATTHIAS, de Heilige Apostel, op een Steenrots, aan een kruis gebonden, met Steenen beworpen, en daar na onthalst. By SALEM, aan een kruis gesteenigt, op een rots, onthalst, vertoont zich hier MATTHIAS, dienstknegt Gods |
JOHANNES aan POLYCARPUS, |
REYZANG |
AAN |