UE. Beleeftheyt aan ons (onverdient) bewesen, heeft my geparst yets voor te nemen, t geen ik nimmer kan volbrengen, nog evenaren; dog aangemaant zijnde door t oude Spreeckwoort, t welk zeit:*
Hy heeft krachts genoeg, die moets genoeg heeft,
Heb ik my verstout dees Boertery alhoewel dat ik versekert ben dat U E. met hoognodiger, en ernsthaftiger gescheften, genoeg bekommert zijt, aan U E. op te dragen, tot bewijs van mijn dankbare wil, doch onvermogene gelegentheyt.*Mijn Heer, om U E. met geen onnodige praat langer op te houden, versoeke ik seer vriendelijck dat U E. heusheyt gelieve te ontfangen voor t geen het is, en niet voort gene dat het behoorde te wesen, ik sal onderwijlen my bevlytege om te wesen, en te blyven |