Twee heldinnenbrieven van Thomas van Limburg in: Th. van Limburg: Tafereel der geschiedenissen, voor en bij de grondlegging van Nederlands Gemeenebest; en vaderlandsche dichtöefeningen. Leiden, Cornelis van Hoogeveen, 1781. UBL: 1202 D 26 - EDBO p. 3-8: redevoering Michiel de Ruiter aan de kapiteinen van s lands vloot p. 15-20: brief van Jan van Galen aan s Lands Staaten na de nederlaag der Engelsche zeemagt p. 33-38: redevoering van Jan van Brakel aan de opperhoofden van s lands vloot, op de rivier van Rochester of Chattam p. 45-50: brief van Michiel de Ruiter aan zijnen zoon Engel de Ruiter (ook in Kunstliefde) Van Limburg publiceerde nog zes heldinnenbrieven: Eén in Kunst wordt door arbeid verkreegen: Willem van Oranje aan Diederik van Sonoy (1783) En vijf in de Proeven van poëtische mengelstoffen, door het dichtlievend Kunstgenootschap onder de spreuk: Kunstliefde Spaart Geen Vlijt: Johanna Gray aan haaren vader, den Hertog van Suffolk (1780) Michiel de Ruiter aan zijnen zoon Engel de Ruiter (1780) Johan van Oldenbarneveld aan Maria van Utrecht (1785) Epaminondas aan zijne Vader en Moeder (1789) Jakoba van Beiëren, aan: Filips van Bourgondiën (1810) |
TAFEREEL |
JAN VAN GALEN |
* * * |
(b) Gelijk men zien kan bij AITZEMA, 3de Deel, 33e Boek, bladz. 797. |
(c) Dees had het bevel over agt aanzienelijke Engelsche Schepen van Oorlog. Gelijk men zien kan bij WAGENAAR, HALMA en BRANDT, op de hier boven aangehaalde plaatsen. |
(d) Zijnde onze Zeeheld met den tweeden kogel, die in zijn Schip kwam, in het rechterbeen zodanig gekwetst, dat men het onder de knie afzette; doch hij liet daarom niet na (gelijk BRANDT zegt) op een stoel gezeeten, op alles orde te stellen en de zijnen tot hunnen pligt aantemoedigen: zeggende, toen hij gewaarschouwd werd, kort na het bekomen der wonde dat, indien hij zich niet aanstonds liet verbinden, hij dood zoude bloeden: DAT HET GEMAKKELIJK VIEL, VOOR HET VADERLAND MIDDEN IN DE VICTORIE TE STERVEN. Zijnde op den negenden dag na deeze overwinning te Livorno overleeden; binnen welken tijd deeze brief moet verondersteld worden geschreeven te zijn. Zie dit aangaande, HALMA Ie Deel, bladz. 346. |
(e) CORNELIS TROMP stak een Engelsch Schip in brand, zo nabij de Stad, dat er een gedeelte van, St. Barbara genaamd, door in de vlam raakte, doch welhaast gebluscht werd. Zie HALMA Ie Deel, bladz. 346. |
MICHIEL DE RUITER |
TOEZANG, |