Pans Fluytje,[Vignet: Nilus]t AMSTERDAM, |
OP |
S.C.Q.M. |
AAN DE |
Die, even als ik, liever wilt lachen dat u de reuzel scheurt, dan huylen dat u de keel toegaat: hier geeft men aan uw Lieder leeslust een compost over, die het grootste gedeelte van uw gezelschap niet onaangenaam kan voorkomen: want zo my den inborst van U L. wel bekent is, zo meen ik, dat er [fol. *2v] geen fyzerikken onder gevonden worden, maar dat het al te maar zielties zonder zorg zijn, die noit over een ligt hout swaar zullen tillen, die ook liever een steen uyt de weeg ruymen, dan datze over een strotie zouden vallen en vervolgens den hals breken; zo het anders was, het soude my leed zijn deze offerhande van drollige rymties U L. aan te bieden: want door een enge zift zouden ze tog niet heen willen, het zijn Loopjes met Hoopjes en Stuk- [fol. *3r] jes op Krukjes, die men al wandelende by den weg heeft opgeraapt, zommige goedkeurende om haare eenvoudige slegtigheid, daar men ook wel eens om kan lachen, en andere om haare netelige scherpheid, waar onder dat er niet weinig gevonden worden die op deze gelukkige oorlog sijn toegepast, ende derhalven voor origeneelties die nergens anders te vinden sijn, moeten aangemerkt worden. Evenwel wil ik niet zeggen dat ze alle van dat alloy sijn, ganschlijk [fol. *3v] niet: daar lopen er ook onder die elders kunnen gevonden worden: en zulks kan ons werkje geen hinder aanbrengen, want dit heeft het zelve met de vermaardste Schriften gemeen, dat er wel een periode uyt een ander Auteur in gelijfd is; derhalven, wil ik zeggen, moet het daar om niet te laak geleid veel min afgekeurt worden. Maar als we dus spreeken, zo zoude het wel schijnen, of met aan prijzen het boekje zogten aan de man te helpen; dat evenwel [fol. *4r] onze meening niet is, want goede waar prijst zig zelven, wie zijn gading koopt, koopt noit tot sijn schade, en dat dit Boekje u gading is, Koddige Snaaken; daar durf ik wel voor in staan, het meriteert zo wel een vergulden band, en een plaats in de Biblioteec, (Apteek zoude ik haast gezegt hebben,) dan de nagelatene Schriften van Jeroen Jeroenzen, van Jan Tamboer, Jan Knol en een groot getal andere van die natuur: of zo je my niet ge- [fol. *4v] looft, koopt het, leest het, en zoekt het door en door, en oordeelt vervolgens of ik na waarheid dan of ik mis oordeele, dan zal er niemand bedrogen worden, waar na my aan uwe bescheidentheid over gevende, verblijve u aller dienstbereide, &c. |
Pans Fluytje, |
Op een Klopje. |
Op een swemmende Uyl. |
Op een kreupele Dood. |
Op de Captale Leeningen. |
Op een langsame Speelder. |
Op de Dood. |
Een Loopje voor de Ketteren. |
Op een Hoer, naayende in t Spin-huys Boere-Broeken. |
Inval. |
Op de Kamer-Katjes. |
Op de nieuwe Pachten. |
Op de oude Kraag-dragende ... en sijn in de Kraam-leggende Jonk-wijf. |
Op de Dood van de selve, als Bisschop van t Gouwe Grendeltje. |
Op een gedronke Brandemorisje. |
Moy, Fray, Curieus. |
Op een Bakker, van Bremen thuys komende. |
Op de Poëzy. |
Op Claar en haar Vaar. |
Op een vies Klopje. |
Een Stop- en Snuyt-Stukje. |
Rapsody. |
Op t Klaare Klaartje. |
Een Offer-Stukje. |
Een Kous Pous. |
t Roemsteekje. |
Het Pater-Stuk van t Verken. |
Het Goed Huwelijk. |
Op een Kraan, die midden in een Vat stak. |
Het Water, Pater- en Kater-stukje. |
Op een spinnende Boerin. |
Of Poëten ook eeten? |
Op een Kaatsende Brabander. |
Op de Dood van den Koning van Polen. |
Piekdenisse, of hak in de Vellen. |
Op een Vlassende Kikkert. |
De soete Koek. |
De Pyramide. |
Op een Hond. |
Het onderscheyd tusschen een Quaaker en een Eent. |
De Omhelsing. |
Op Maas kostelijk Gast-maal. |
Op de Reys na de Graaf. |
Jochems Graf-dicht. |
Woon-plaats van Job de Schoen-lapper. |
Het Deugtsaam Stukje. |
De grootste Martelaar. |
Heete Achterlingen, haal heet. |
Bruylofts-Trompet op groene Tryn en drooge Dirk. |
De Geopende Knoop-winkel. |
Jan Vos sijn Af-komst vraags-gewijs gesteld. |
Antwoord. |
Op een weg-loopende Bruydegom. |
Een Bedelaar, de Paus, en de Koning van Vrankrijk trekken tsamen een schoon Hembd aan. |
Het Paradijs in Haarlem. |
Kaatje tapt uyt een Vaatje. |
Het namaagschap van de Son en Maan. |
Het onbegrijpelijk verstand der Poëten. |
Het Bedelaars Stukje. |
Het Pik Stukje. |
Het Vloô Stukje. |
Het Keur Stukje? |
Het Steen- en Been-Stukje. |
Joost de Mofs Geboorte-plaats. |
Bacchus en Venus. |
t Kegel Spel. |
Hans op een Doolweg. |
Op de Dood van Anne Looten Wafelbakster. |
De Amsterdamse Juffers in duygen. |
Het Eclipseeren der Franze Zon. 1706. |
t Stukje van t Pennemesje. |
De Wensch van Trijn. |
Remedie voor t overloopen van de Gal. |
De Set-Pil. |
Grietje Kort-gehielt. |
Het Mug- en Oliphants Stukje. |
Het Loopend Loopje. |
Het Biecht Stukje. |
Het Armiaans Stukje. |
Het Spiegel Stukje. |
Het Krimp- en Rek-stukje. |
t Holle Holland. |
Stukjes van Osjes, Kalfjes en sprekende Ezels. |
De welkomst van de Oyevaar. |
De Vlees- en Vis-weg. |
Een Stukje in t Verschiet. |
De Paal-dief. |
Het Kuyp-stukje. |
De Beste Af-komst. |
Het onderscheyd tusschen de Apostelen en Cardinalen. |
Het Mis-baar in t Baren. |
s Hemels Paarlevuren. |
Op de bedroefde stand van t Vaderland, 1672. |
Op het voorgenomen, doch mis-lukt stranden der Engelsen. |
Op de Dood van Simson met de Philistijnen. |
Op de Elendigheyd des Werelds. |
Loopje voor de Kalanders. |
Het Brug- en Rug-stukje. |
Stukjes voor de Kinds-kinderen. |
Het Slot-stukje van de hondert voorgaande Loopjes. |
Op de voorgaande, &c. |
Op de selve. |
Speen-stukje. |
Volmaaktheyd. |
De Loop sonder Loop. |
Op het veroveren van Bruëil. |
Mis-lukte Aanslag op Harderwijk. |
Op den Heer Tromp. |
Op de Over-gaaf van Utrecht, aan de Francen. |
Op den droevigen Inval der Vyanden. |
Op een die een Frisse Roemer Wijn in de hand kreeg, |
De krijtende Sot, en lachchende Poët. |
Poëten Lof. |
Op de onsterffelijke Dood. |
Het Munniks Stukje. |
Een Oratie van Horatius, met Concepten. |
Op . . . . . . . . . . |
Op de Lasteraars. |
Transformatie van den Brabander. |
Loop zonder loop. |
Op de Dood van Duc de Turenne. |
Venus loopjen. |
Thuyn-stukje. |
Kat stukje. |
De klimmende Mol. |
Nota bene. |
Middelste vinger gequetst. |
Ter liefde van de Poëzy. |
De Aap in slaap. |
Aap stukje. |
Baiser los Manos. |
Vryen door gedachten. |
Een stukje in t verschiet. |
De Haan in t Hennetje. |
Brandewijn stukje. |
Op een begrave Moeder. |
Afscheid van de Oyevaar. |
Het Koninklijk stukje. |
De Brabanders seyden in t begin van t Jaar 1706. toen t Kooper Maandag waar. |
Rijm loopje. |
Duin loopje. |