Het nieuw geestelyke bloem-hofje. Amsterdam, Hendrik Reinders, ca. 1755.
Uitgegeven door Marti Roos
Red. dr. A.J.E. Harmsen, Universiteit Leiden.
Facsimile bij Ursicula
Zie het artikel van Marti Roos: Kleyne Bloem-hofje ofte Schriftuurlijck Raetsel-boeckje en Den Christelycken Tyd-verdryver ofte Geestelijk Raedsel-boek
In deze uitgave zijn evidente zetfouten gecorrigeerd en gemarkeerd met een asterisk.
Continue
[
fol. A1r]

Het Nieuw Geestelyke

BLOEM-HOFJE,

Ofte Schriftuurlyk

RAADZEL-BOEKJE.

Inhoudende veele Schriftuurlyke Raadselen,
uyt ’t Oude en Nieuwe Testament.

Op Nieuws vermeerdert en verbetert.

Dezen laatsten Druk van Fouten gezuivert.

[Vignet: Haec muta loquuntur. Laurens Coster]

t’AMSTERDAM,
________________________________

By HENDRIK REINDERS, Boek-
drukker en Boekverkooper in de korte
Tuinstraat, by de Angelierstraat.



[fol. A1v]
    raad WIens Ouderdom en kan niet uytgerekent worden?
    ant. Gods, Job 36: 26. God is groot en wy begrypen ’t niet: en daer en is geen ondersoekinge van ’t getal zyner Jaren.
    raad Waar heeft het onvernuftige dier het vernuftige gespyst?
    ant. Doe Elias aan de Beeke Crith zat, en de Ravens bragten hem Brood en Vleesch.
    raad Wat Bruydegom heeft de kostelykste en alderrijkste Bruydschat* bekoomen?
    ant. Adam, want God gaf hem alles, Gen. 1: 29
    raad In wat plaats heeft een Man, duyzend Man verslagen?
    ant. Tot Lechy, want daar sloeg Samsom duisend Man, Judicum 15: 15.
    raad Wie heeft ’er het langste gevast onder de Koningen die daar ooyt geweest zijn?
    ant. De Koninginne Ester, want die vaste drie daagen en drie nagten, Ester 4: 16.
    raad Wie heeft een aangestoken vuur door de kragt des Gebeds uytgeblust?
    ant. Aaron de hooge Priester, Num. 16: 49.
    raad Wie heeft de eerste Propheet op der Aerden geweest?
    ant. Adam, Gen. 2: 23. Dese is ditmael been van myne beenen, en Vleesch van myne Vleesche.
    raad In wiens Heeren Hof is het op het aldergevaarlykste geweest om in te gaan?
    ant. In ’t Hof van Koning Assueres, Est 4: 11.
    raad Welke Jonkvrouwen zijn door haer danssen in den Egten Staat gekomen?
    ant. De Jonkvrouwen Silo, Judicum 21: 2.
    raad Wat Konink heeft de Vreede op het alderduerste gekoft?
    ant. Menahem den Koning in Israel, want hy gaf aan de Assyriese Konink 100 Talenten, 2 Reg. 19: 19.
    raad Wat voor een heer heeft zijn knegt op het hoogste gepresen?
[fol. A2r]
    ant. De heer Christus, want die getuygt en pryst van Johannes de Dooper, Matth. 11: 11.
    raad Waar rusten de Heer doe hy moe was?
    ant. Daar de Heere Christus met de Samaritaense Vrouwe aan de Waterput sat, Joan. 4: 6.
    raad Wie heeft de zekerste Almanak gemaekt van ’t goede en quaad weer?
    ant. Christus, want als hy segt als het avond geworden is, segt gy schoon weder; want de Hemel is rood, en des smorgens heden onweder, want den Hemel is droevig rood, Matth. 16: 2, 3.
    raad Wie heeft de kragtigste spyse gegeeten?
    ant. De Propheet Elias want den Engel langden hem geroost Brood en wat Water, want hy ging doe door de selve spyse 40 dagen en nagte, 1 Kon.19: 5.
    raad Wie is de eerste Smit geweest?
    ant. Tubal Kain de Zoone Lamegs, Gen. 4: 22.
    raad Wie heeft in korten tyd de alderwonderbaerlykste Scheepvaart gedaan?
    ant. Jonas, doen hy drie dagen en drie nagten in den buyck des walvis was besloten, wyd en breed in ’t Meyr heeft omgezwomme, Jonas 2: 3.
    raad Wie presenteerde te geven voor zijn Bruyd al wat men eyschen mogt?
    ant. De jonge Vorst van Sichem, Gen. 35: 11.
    raad Wiens oogen zijn gehouden datze die geene niet en kende die haar leven was?
    ant. De twee discipelen Emaus, Luc. 24: 16.
    raad Wie is de konstigste beeldsnyder geweest?
    ant. God de Heer, want hy heeft uyt een Rib het alderschoonste vrouwe beeld gemaakt, welkers gelyk nergens in de wereld is te vinden geweest, Gen. 2: 21.
    raad Welker Vrouw is gebooren en niet gestorven nog begraven?
    ant. Loths Huysvrouw, want die is verandert in een Soutsteen, Gen. 19: 26.
    raad By wat Stad heeft de eene Fonteyne uyt de ander Fonteyne gedronken?
[fol. A2v]
    ant. By de Stad Sichar, en aldaar was een Fonteyne daar Jesus vermoeyt zynde, begeerende te drinken van de Samaritaanse Vrouw, Joh. 4: 5.
    raad Wat Mensche heeft door al te veel Wijn drinken zijn kop verlooren?
    ant. Holiphernis, want als die door groote liefde tegens Judith zig in de Wijn vol soop; wierd hem door Judith in ’t bedde de kop afgehouwe, Jud. 13. 9.
    raad Waar heeft een hond aan een Mensche een vrolijke boodschap gebragt, hoewel den Mensche hem niet en zag?
    ant. Den Ouden Tobias; want als zijn zoon wederom quam uyt Mede, so liep het hontje voor uit en sprong quispel staarte en was vrolyk, Tob. 11: 9.
    raad Waar heeft een dier een Mensch by het leeven behouden?
    ant. Als Biliams Ezelinne den Engel in den weg sag staan en hem ontweek, en hy zelve zeide, indien de Eselinne niet geweken hadde voor mijn aangezigte, so soude gy gedood zijn geweest, Num. 22: 28.
    raad Wat Heer heeft het afsnyden des baerds op het qualijkste bekomen?
    ant. De jonge Koning Hanun; want doe hy de gesant des Koning David den baerd op de eene zyde kael afsneed, waer over zig David verstoort en een kryg aanvangden hem van land en leven beroofde, 2 Sam. 10.
    raad Waar heeft het vleesch gebrand en is evenwel niet verbrand?
    ant. Tot Jerusalem als de Apostelen en Discipele Tongen vierig wierd en brande in de toekomste des H. Geest, soo datter vier vlamme tot haar Monde uytvoer en sonder de selve te beschadigen, Actor. 2: 3.
    raad By wat Stad heeft een quade boom op een goede boom geseten?
    ant. By Jiricho als de groote Zondaar en Tollenaar Zacheus op de Vygeboom sat, want Christus de godlose by bomen vergelykt, Luc. 19: 4. Mat. 3: 10.
    raad In wat Zee is een Vis gevangen die geld in zijn mond hadde?
[fol. A3r]
    ant. Die Vis die Petrus ving in de Zee Genasereth met een hengel, Matth. 17: 27.
    raad Wat Mensch heeft op de alderwonderbaerste wagen geseten?
    ant. De Propheet Elias want die sat op een vierige wagen en voer ten Hemel, 2 Reg. 2: 11.
    raad Wat mensche hebben haer hayr moete brande?
    ant. De Nazareners, wanneer de tyd haerder beloften uyt was, moestense haar hayr afsnyen en in het vuur des Dankoffers verbranden, Num. 26: 18.
    raad Waar heeft de eene dood d’ander verslonden?
    ant. Doen Christus, de Heer des levens met de dood kampte, en zig doden liet, en door zijn dood de dood overwon, Hosea 13: 14. 1 Cor. 15: 55.
    raad Wat mensch heeft het heerlykste Grafsteen laten maken?
    ant. Joseph van Arimathea tot Jerusalem want die liet een zeer kostelyk Graf maken van uytgehouwen steen, Matth. 27: 60.
    raad Wie heeft de Smeeden zien arbeiden teegen haar Vyand?
ant Zacharias de Propheet, die daar zag 4 grote Hoornen, doe het Koninkryk Juda en Israel verstoten wierde, en hy sag 4 Smeden die daer arbeiden, ende 4 stootende Hoornen afsloegen, Zach. 1: 19, 20.
    raad In wat tyd is de Propheet Moses in ’t beloofde Land gekomen?
    ant. Na zijn dood, te weten, wanneer hy de heer Christus in zijn verklaringe nevens Elia op de Berg Tabor verscheen, Matth. 17: 3.
    raad In wat Stad hebben de konstige Pottebakkers gewoond?
    ant. Tot Laghem en tot Koseba, want so staet in het eerste boek der Cronyken 4: 22, 23. Ende Jesua Lighem, dese waren Pottebakkers, wonende by de Plantagien en Thuinen.
    raad Wie heeft ’t langste op zijn zyde gelegen?
ant De Propheet Ezechiel die moest 300 en 90 dage [fol. A3v] legge op zijn linker zyde, en drage de misdade des huis Israels, en 40 dagen op zijn regter zyde. Ezech. 4: 4.
    raad Die niet en spreekt als door Gods Geest en niet en zondigt in ’t minst nog in ’t meest, de vraeg is mits deesen, of die wel zalig kan wezen?
    ant. Neen, want ’t was Biliams Ezelinne.
    raad In wiens hand zijn de zeven Sterren gezien geworden, en waar staat het?
    ant. In de hand des Zoons Gods die zig aen Joannes in zijn Menschelyke gedaante openbaerde, met seve Sterren in zijn regterhand, Apocal. 1: 16.
    raad Waar heeft het brood brood ontbroken?
    ant. Christus, want die heeft 40 dagen en 40 nagte gevast, en hem hongerde ten laatsten, Matth. 4: 2.
    raad Wie heeft vuur uit een steenrots voortgebragt!
    ant. Den Engel Gods aan Gidion, Jud. 9: 21.
    raad wat voor luide hebben de aldervrugtbaarste bomen gezien?
    ant. Adam en Eva, Joh. en Ezech. want die hebben buiten twyffel in ’t paradys, de edele vrugtbaare bomen gezien die God daar selfs geplant had, Gen 2: 8. men leest van Joannes en Ezechiel, Openb. 22.
raad. By wat Stad hebben twee menschen een gantsch Heirleger aangegrepen?
    ant. Tot Michmas, want daar zeide Jonat. de zone Saul tot zijn wapendrager, laet ons tot die onbesnede gaen, de Heer zal ons heil geven, 1 Sam. 14: 16.
    raad welk Kind is ouder dan zijn Moeder?
    ant. Christus de eeuwige Zoone Gods uit Maria een Mensche gebooren, Micha 5: 1.
    raad In wat plaats heeft de Heere aan de knegt om verlof gebeden?
    ant. In de woestyne, want de Heere bad Moses zijn Knegt, Exod. 32: 10.
    raad Welke waard heeft de heerlykste gaste gehad,
    ant. De Patriarg Abraham, by wie God selve de hoogste en heerlykste Gast is geweest, Gen. 18: 3.
    raad De Zalige bad de Onzalige om de Zaligheid en de Onsalige gaf de Zaligheid?
[fol. A4r]
    ant. Joseph van Aritmathea*, Bad aen Pilatus om ’t Lighaam van Christus, ende Pilatus gaf hem ’t Lichaam van Christus, Matth. 27: 58.
    raad Door wat middel zijn Leeuwe getemt geworde.
    ant. Door het Gebed Daniels. Dan. 9: 21, 23.
    raad In wat tyden heeft de eene doode den ander doode levendig gemaakt?
    ant. Ten tijden van de propheet Eliza, zo wierd ’er een dood in zijn Graf geworpen, en raakten de beenderen Eliza aan, en wiert weder levendig.
    raad Wie heeft de eerste rok of ’t eerste kleet gemaekt
ant God zelf want zo staat ’er Gen. 3: 21. en God maakte Adam en zijn wyf Rokken van vellen.
    raad In wat tyd heeft ’t yser gedreven als hout.
    ant. Ten tyde van de prof Eliza doe de man syn byl in ’t water liet vallen daer hy mee hakte, 2 Reg. 6: 6.
    raad In wat tyd en plaats heeft de Zon en Maen stille gestaan?
    ant. Ten tyde van Josua doe hy seide Zon sta stil te Gibion en de Maan in ’t Dal van Ajalon, en de Zon en Maan stond stille, Josua 10: 12.
    raad Waer is een heydens kint in ’t leven gebleven, door wat soetigheid en brood?
    ant. De Egiptische Jongen die David spysden met Rosynen en brood, 1 Sam. 30: 12.
    raad Waer worden de Wevers en Gaarekloppers dreygementen mee aangedaan?
    ant. De werkers in ’t fyn Vlas en de Garekloppers zullen beschaamt worden, Ezaias
19: 9.
    raad Wat voor een is oyt ’t diepst in ’t water gevalle
    ant. De Propheet Jonas, want hy voer met den Walvis in de alderdiepste afgront, Jonas 2: 3.
    raad Wat Mensch is niet in de werelt geboren geweest en heeft ’er nogtans in geleeft.
    ant. De eerste Man die is gemaakt en niet geboren.
    raad Waer mee is een bittere pot warmoes zoet geworden, ant. met Meel: 1 Reg. 4: 41.
    raad Wie heeft de seldsame droogdoek gehad?
    ant. Christus, als hem Maria Magdalena zyne [fol. A4v] voeten, met hare hooft hayren afdroogde.
    raad wie heeft de wonderlykste dagen gezien?
    ant. Jozua en ’t volk Israel want soo ’n tyd heeft ’er nooit geweest nog te voren nog daer na, Jos. 10: 14.
    raad wie is de eerste zyde stikster en nayster geweest.
    ant. Naime de dogter van Kam en zille, Gen. 42.
    raad wat Vrouwe is ongeboren gestorven?
    ant. Eva, want die is niet gebore maar van Adams ribbe geschapen en eyndelijk gestorven, Gen. 2.
    raad wat voor volk was ’t dat met een woort regt te spreken haar leven kon behouden?
    ant. Het waren die van Ephraim, want zy moeste spreken Schibolet, maer zy spraken Sibolet, en daerom moesten zy sterven, Jud. 12: 6.
    raad Wat menschen heeft de meeste vergeefse onkost gedaan by de medicyn-meester?
    ant. De vrouw die twaalf Jaaren de bloed gang hadde gehad, Matth. 9: 20.
    raad waar is de schoonste mensche het alderveragtste geworden?
    ant. Tot Jeruzalem daar Christus door Geesselen en kruycigen so jammerlyk toegerigt is geworde, dat hy een worm gelyker was als een mensch, Joh. 19: 5. Ps. 22: 7.
    raad God gaf een gebod en meenden ’t niet en het wierd volbragt, en het geschiede niet,
    ant. Genezis, Cap. 22: 11 en 12.
    raad wie isser ooyt gebooren die zijn dood beschreid wierd 72 Jaren van de voren.
    ant. Joseph. Gen. 30: 32, 33, 34 en 35.
    raad wie* isser tweemaal geboren en eens gestorven?
    ant. Joan. de Dooper volgens de woorde Christi, hy is Elias die komen zoude, Math. 11, 12, 13, 14.



Tot Besluit.
JOngelingen en jonge Dogters slaat hier gaden.
Kunt gy, deze Raadsels raden,
So sal ik u schenken, meer als gy kunt bedenken
Om dat gyze niet kan raden met ackoorden,
Soo heb ik u die gesogt te antwoorden.

FINIS.
Continue

Tekstkritiek:

fol. A1v: Bruydschat er staat: Bruydschap
fol. A4r: Arimathea er staat: Aritmathea
fol. A4v: wie er staat: we