Bloemlezing Zuid-Afrikaanse literatuur |
6e Tooneel.
De Vorigen Don Juan, daarna DUlloa
Juan (met getrokken zwaard zich door de soldaten een weg banende, slingert Rodrigo verwoed op zijde, en plaats zich voor Don Hernandez, uitroepende) Terug! bloeddorstige monsters! wie uwer zich vermeet een hand naar hem uit te trekken is een kind des doods!
DUlloa (ontsteld binnenstormende)
Hemel Juan mijn zoon! (gebiedend) Weg van dààr vermetele jongeling.
Juan (met waardigheid)
Schenk hem de vrijheid vader, of zend uwe bende moordenaren op uw eigen zoon af,
DUlloa
Nimmer!
Juan (vast)
Welaan dan, geef bevel dat zij mij eerst dooden, want niet anders dan over mijn lijk zult gij hem genakenden.
DUlloa (woedend)
Soldaten! rukt den knaap ter zijde, hij is waanzinnig!
Juan (zijn zwaard op heffende)
Ellendelingen! wie uwer nadert vindt zijn dood!.. (De soldaten staan besluiteloos.)
Hernandez
Laat af edel jongeling, gehoorzaam uwen vader! gij ziet hoe men mijnen dood begeer; laat mij sterven.
Juan
Neen, ik zal u beschermen, of met u sterven!
DUlloa (woedend tot de soldaten)
Grijpt hem! lafaards! wat aarzelt gij? (De soldaten omringen Don Hernandez en Juan, hij word van voren en van achteren aangegrepen en ontwapend)
Juan (met de soldaten worstelend)
Vader gij handelt onregtvaardig en wreed! gij doet den naam van Spanjaard meer aan!
DUlloa
Zwijg! (tot de soldaten) voer hem weg!.. naar de wacht! en voltrekt de straf aan dien grijskop.
Juan (kermend)
O mijne Maria! welk een tijding moet ik u brengen ware ik maar gestorven voor ik dezen dag zag geboren worden;
Hernandez
Wees getroost edel jongeling, gij hebt uw plicht gedaan gij hebt gehandeld als mensch, geen zelfverwijt zal immer uwe ziel doorknagen; en als Spanje immer de overwinning in dezen worstelstrijd zal behalen, zal zij hetzelve danken aan mannen als gij; maar haren ondergang Graaf DUlloa! zal zij te wijten hebben aan monsters zoo als gij zijt; mijnen dood valt mij zwaar, omdat ik mijn eenig kind hier hulpeloos moet laten, maar den Nederlanden zal het tot voordeel zijn, want door zulke onmenschelijke daden zullen de zwakken zich gesterkt, en de lafhartigen zich met moed bezield gevoelen, en de eendragt daar uit geboren zal Spanje vernietigen
DUlloa
Verdoemd oude zotskop! (tot de soldaten) Voort met hem! maak er een eind aan! (de soldaten willen hem voeren)
Hernandez (zijn hand naar Juan uitstekende die door hem, zich losrukkende van de soldaten, word aangegrepen) Vaarwel Juan! de Hemel beloone u uwe edelmoedigheid; (bedroefd) breng mijn arm kind..mijne Maria mijn laatsten groet en zegen; troost haar, en wees haar beschermer ( tot de soldaten) Kom ik ben gereed. (zij voeren hem weg.)