Bloemlezing Zuid-Afrikaanse literatuur |
Conny Braam:
De Bokkeslachter
Student: Barbara Neugebauer
Studentnr: 9500545
Docent: Francken en Praamstra
Werkgroep: Nederlandse Literatuur in Zuid-Afrika
Auteur
Conny Braam is in 1948 geboren in Arnhem. Rond haar twintigste verhuisde ze naar Amsterdam. In 1971 richtte ze, samen met haar Zuid-Afrikaanse vriend Berend Schuitema, de studiegroep PLUTO op. Het voornaamste doel van PLUTO was: Sabotage van het Apartheidsbeleid. Eén van de toekomstplannen van PLUTO luidde: Samen werken met Comité Zuid-Afrika en Defence and Aid Fund, met het doel een nieuwe organisatievorm te zoeken om de anti-apartheidsstrijd op landelijk niveau te coördineren en uit te breiden.
De werkwijze van PLUTO week sterk af van de werkwijze waarop andere organisaties tot dusver gewend waren actie te voeren. Een opvallende actie vond plaats tijdens een wedstrijd van het Zuid-Afrikaanse Springbok waterpoloteam. De actiegroep van PLUTO wierp rook- en verfbommen, waarna het tot een vechtpartij en arrestaties kwam.
Uiteindelijk, na afspraken over samenwerking tussen PLUTO en het Comité Zuid-Afrika, veranderde de organisatie in de Anti-Apartheids Beweging Nederland (AABN). Braam werd voorzitster van het AABN, en vanaf 13 november 1971 bestond het Comité Zuid-Afrika niet meer. Het AABN haalde de wereldpers in 1973, toen ze aan het licht brachten hoe Nederlandse bedrijven de door de VN ingestelde boycot van Rhodesië, het huidige Zimbabwe, op grote schaal ontdoken.
Tussen 1986 en 1990 was Braam, naast haar publieke werkzaamheden als voorzitster, betrokken bij het ondergrondse verzet tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Braam zag kans om tientallen bekende en onbekende Nederlanders te betrekken bij deze activiteiten. Het doel van deze ondergrondse acties was om ANCers onopgemerkt Zuid-Afrika binnen te smokkelen, zodat zij leiding konden geven aan het verzet tegen Apartheid. Daarnaast is zij auteur van een aantal werken.
Werk van de auteur
Braams eerste werk is Operatie Vula, dat in 1992 verscheen. Deze documentaire tekst is een onthullend verhaal over de voorbereidingen en uiteindelijke infiltraties van verzetsmensen in Zuid-Afrika. Braam beschrijft in Operatie Vula vooral de unieke samenwerking tussen Zuid-Afrikanen en Nederlanders, die onder grote geheimhouding en vaak moeilijke omstandigheden opereerden.
Haar tweede werk, De Bokkeslachter (1993), zorgt voor bekendheid als schrijfster. Het is een geromantiseerd verhaal, gebaseerd op Braams eigen interpretatie van het verleden. Het boek gaat voornamelijk over het leven van de Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijder Berend Schuitema, met wie Braam een jarenlange liefdesrelatie heeft gehad. Het boek is daarnaast een zoektocht naar de waarheid over de verzetsrol van Schuitema. Hij is ooit beschuldigd door Breyten Breytenbach; Schuitema zou een Zuid-Afrikaanse politie-informant zijn en Breytenbach verraden hebben. De Zuid-Afrikaanse dichter heeft, nadat hij opgepakt was, negen jaar in de gevangenis gezeten. Later heeft Breytenbach de beschuldiging ingetrokken. Hij ziet Schuitema niet (meer) als (mede) verantwoordelijk voor zijn arrestatie. De beschuldiging dat Schuitema informatie heeft doorgespeeld heeft aan de Zuid-Afrikaanse politie houdt hij echter vol. Breytenbach zegt hierover in The true confessions of an albino terrorist:
"Spy? Tragic fool? Tool? What is true is that the man is a broken pawn in this sordid game. But dangerous because he must end either by trying to destroy me (which could have been his mission all along) or, in a paradoxysm of frustration and self hate because of the tangle of contradictions, by blowing himself up I leave the judgement to you as for me, Im absolutely certain that it wasnt Schuitema who betrayed me."
Zwavel is haar eerste roman, die in 1996 verscheen. Dit werk draait om liefde en verraad. Tess Minaert, een Nederlandse rechercheur, probeert het geheim te ontrafelen van haar grootvaders verzetsverleden. Dit brengt haar in het verwarrende Zuid-Afrika van vlak na de verkiezingen. Hier ontdekt ze verbanden tussen het verleden en het heden die haar aanvankelijke nieuwsgierigheid naar de geschiedenis van haar grootouders doen omslaan in verbijstering en haar letterlijk naar de rand van de afgrond drijven. Zwavel ontving naast lovende recensies ook een prijs, namelijk De Gouden Strop. Het boek wordt gezien als de beste misdaadroman van 1997.
De Amazone van Dahomey (1998) is het laatste werk van Braam met Afrika als achtergrond. Het boek bevat vijf korte verhalen die in meerdere of mindere mate het conflict tussen de blanke Europeaan en de zwarte Afrikaan als thema hebben. In alle vijf verhalen treffen we naïeve Westerlingen aan die met veel verwachtingen en dromen naar Afrika vertrekken en daar al snel gedesillusioneerd raken.
Haar laatste werk De woede van Abraham is recent verschenen (2000). Het verhaal speelt zich af in het midden van de negentiende eeuw, wanneer duizenden arme polderwerkers in het Noord-Hollandse duingebied het Noordzeekanaal graven.
Ontvangst van de werken
Over het algemeen zijn de recensies over Braams werk erg positief. Ze schrijft met name haar eerste werken vanuit journalistieke regels; later schrijft ze meer volgens literaire regels. Kritiek is er vooral op haar stijl (De Amazone van Dahomey):
"Er staan (te) veel stijlfouten in, die onder het wankele gestel haast de laatste poten uitzagen. Een keer polshoogte i.p.v. poolshoogte bijvoorbeeld krijgt van mij een grootmoedig voordeel van de twijfel, maar na meer dan één maal steekt een lezers-treurigheid de kop op." "Braam huppelt achteloos over de bladzijden en maakt haar blunders met zoveel charme dat je ze haar nauwelijks kwalijk zou willen nemen. Ze weigert iets serieus te nemen: het reizen niet, het schrijven niet, de blindheid voor de gevolgen van eigen handelen niet."
Ook in De Bokkeslachter zitten onbegrijpelijke inconsequenties. De titel wordt op zijn Nederlands geschreven terwijl in het boek zelf de Afrikaanse versie bokslagter wordt aangehouden. Maar ondanks kritiek als rammelende zinnen, stijlfouten, zwakke formulering etc. vinden veel recensenten haar werk charmant, mooi en ontroerend. Andere kritiek betreft haar politieke correctheid. Braam schrijft te behoedzaam; het zou haar werk ten goede komen wanneer ze meer ironie en cynisme erin verwerkt.
Plaats van de auteur in de letterkunde
In de eerste plaats is Braams proza in ieder geval in haar beginperiode als schrijfster- onlosmakelijk verbonden met haar anti-apartheidsverleden. In de literatuur over Zuid-Afrika speelt haar werk een belangrijke rol, omdat haar apartheidsthema hier goed bij sluit. Literair gezien is het geen hoogstaand werk; hiervoor bevat het werk te veel stijlfouten en te weinig dubbele lagen. Ik vraag me af hoe haar proza ontvangen zou zijn, als ze het apartheidsthema niet had gebruikt. Aan de andere kant doe ik Braam nu misschien ernstig te kort, aangezien haar laatste werk De woede van Abraham tot nu toe goede recensies ontvangen heeft. Het feit blijft dat ze veel aandacht geniet vanwege haar verzetsverleden. Maar voor dit soort proza is de kwaliteit van literatuur ondergeschikt aan het maatschappelijke thema. Zoals Jonckheere zegt:
"Wat ondanks alle tekortkomingen van de antiapartheidsliteratuur belangrijk was, is dat het protest tegen rassendiscriminatie zowel in Nederland als in Vlaanderen sterk de nadruk kreeg, zelfs met alle zwakheden die in deze romans aangestipt kunnen worden. Ethische overwegingen wegen zwaarder dan de esthetische."
Of Braam een vaste plek verovert in de letterkunde, zal de tijd ons leren.
Korte inhoud van De Bokkeslachter
De Bokkeslachter is een relaas over Berend Schuitema, een Zuid-Afrikaanse vluchteling. Het verhaal gaat over de jeugd van Berend in Klerksdorp waar zijn familie, verarmde immigranten uit Nederland, terechtgekomen was. Als kind ondervindt Schuitema al de discriminatie tussen de bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika. Zijn vader stapt over naar de Engelse kerk en gaat voor de Engelsen werken. Zijn familie behoort tot de arme blanken en hoort bij het blanke uitschot (white trash). We volgen Schuitemas vlucht naar Nederland, waar hij de ik-persoon (Braam) ontmoet. Samen zetten ze PLUTO en later de AABN (Anti-Apartheidsbeweging Nederland) op. Schuitema haalt niet voldoende bevrediging uit de acties van het AABN, en sluit zich, na een ontmoeting met Breyten Breytenbach, aan bij een agressieve, blanke tak van het ANC. Breytenbach wordt tijdens één van de acties gearresteerd en beschuldigt Schuitema van verraad. Schuitema zelf ontkomt tijdens deze actie door te vluchten naar Botswana. Hij keert terug naar Nederland, maar uiteindelijk krijgt Schuitema zon heimwee naar zijn land, dat hij terugkeert en zich vrijwillig meldt bij de Zuid-Afrikaanse politie. Tot een proces komt het niet, en onder het stigma van verrader trekt hij zich anoniem terug in een rustig dorp. Overigens verricht hij in deze periode nog steeds werkzaamheden voor het ANC.
Het boek geeft naast inzicht in het leven van één persoon, ook een goed beeld van de periode van de Nederlandse anti-apartheidscampagnes. Een tijd van veel frustratie, successen, onderlinge spanningen, geheime acties etc. tevens probeert de ik-persoon vragen te beantwoorden omtrent de plotselinge verdwijning van Schuitema. De vraag of Schuitema terecht beschuldigd is van verraad, wordt niet beantwoord.
Genre
De Bokkeslachter
wordt op de achterkant van het werk zelf een docu-roman genoemd en in recensies vaak een non-fictie roman. Zelf zegt Braam hierover:"Ik heb geprobeerd van De Bokkeslachter een mengeling van documentaire en roman te maken. In de aanbiedingsfolder van de uitgeverij staat het boek daarom ook als docu-roman aangekondigd. Toch heb ik bewust mijn eigen persoon, en dus ook wat ik voor Berend Schuitema voelde, op de achtergrond gehouden. Hij staat centraal, niet ik. Dat betekent niet dat ik van alles heb weggemoffeld, maar wel dat ik veel heb opengelaten. Op die manier nodig ik de lezer uit tot meedenken, kan hij zelf het verhaal van Berend Schuitema in mijn plaats afmaken."
Jonckheere vindt De Bokkeslachter:
"Een typische exponent van een genre dat zich in die fase in de Nederlandse Zuid-Afrikaliteratuur aan het ontwikkelen is: journalistiek materiaal dat in literaire vorm aangeboden wordt."
Over Braams tekst zegt hij dat het tussen document en fictie inzit. Ondanks dat de term verwarring kan oproepen wat is fictie en wat zijn feiten- kan ik me vinden in de term docu-roman.
Compositie
Het werk bestaat uit achttien hoofdstukken en 222 paginas. Het verhaal begint in 1993, als de ik-persoon terugkijkt op haar relatie met de hoofdpersoon. Vervolgens gaat de lezer terug in de tijd, tot 1969, en eindigt chronologisch in 1993. Soms staan er jaartallen genoemd bij een hoofdstuk. Braam heeft De Bokkeslachter volgens bijna journalistieke vormen van reportage en interview geschreven. Tussen deze reportageachtige structuur door, zit een tragische liefdesgeschiedenis verweven. Verder is de structuur eenvoudig gehouden.
Stijl
De stijl is redelijk feitelijk, met weinig sentimentele uitspattingen. Braam hanteert een eenvoudige woordkeus, zodat het een vlot verteld verhaal is. Zoals ik al eerder heb vermeld is stijl niet Braams sterkste kant, maar haar werk is prettig om te lezen.
Het werk als onderdeel van de koloniale literatuur
Ik denk dat je dit werk wel als onderdeel van de koloniale literatuur mag beschouwen. Zuid-Afrika speelt zon grote rol in dit verhaal en de daarbij behorende kwesties. Er is sprake van een koloniale situatie. De Afrikaners werden onderdrukt door Engelsen; zelf ervaren ze dit als erg onrechtvaardig. De Afrikaners, die Zuid-Afrika als moederland zien, hebben hun onafhankelijkheid verloren en die willen ze terug. Schuitema lijdt aan heimwee als hij zich in Nederland bevindt. Hij mist zijn moederland zo erg, dat hij ondanks de problemen die hem in Zuid-Afrika te wachten staan- terugkeert. Zijn moeder voelt zich ook ontheemd in het rauwe mijnwerkersmilieu, en voelt zich niet thuis in Zuid-Afrika. De arme blanke tak, waarvan het gezin onderdeel van is, staat op gelijke hoogte met de status van de (onderdrukte) zwarte bevolking.
De rode draad in Schuitemas leven is de zoektocht naar zijn identiteit. Aan de ene kant speelt het schuldgevoel over de Apartheid mee, en de bevoorrechting die de Afrikaners genoten. Aan de andere kant hoort hij ook niet bij de Nederlandse verzetsbeweging, omdat zij niet weten hoe het voelt om een Zuid-Afrikaanse vluchteling te zijn. Ze kunnen niet meeleven met de ontheemding die Schuitema voelt. De vraag die hem steeds bezighoudt is: hoort hij bij de blanke onderdrukkers - wil hij onderdeel zijn van deze samenleving - of hoort hij bij de verzetstrijders?
Verantwoording keuze
Het fragment dat ik gekozen heb voor de bloemlezing gaat over de verwarrende identiteit van Berend Schuitema. Er vindt een voorval plaats tijdens een fototentoonstelling waar een aantal Zuid-Afrikanen komt kijken. Zodra ze Berend ontdekken, beschuldigen ze hem van verraad en een vechtpartij is het gevolg. Ik heb dit fragment gekozen, omdat het een goed beeld geeft van de identiteitscrisis waar Berend zich in bevindt. Zijn eigen mensen vinden hem een verrader, maar ook in Nederland voelt hij zich niet thuis. Hij is opgegroeid met het idee dat zwarte en gekleurde mensen eigenlijk geen mens zijn: "Kijk toch naar die ogen. Dat is toch geen mens?" Maar op een gegeven moment ontdekt hij een andere wereld, die zich van zijn land afkeert vanwege het gevoerde beleid. Vanaf deze tijd krijgt hij identiteitsproblemen en vraagt zich af wat er nu wel en niet klopt aan zijn ideeën.
Braam geeft bijna feitelijk Schuitemas gevoelens weer. Ondanks dat Schuitema bijna continu aan het woord is, blijft er voor de lezer genoeg ruimte over om zelf interpretaties te geven van de gebeurtenissen. Ondanks dat Braam stijlfouten maakt en zwakke formuleringen gebruikt, is De Bokkeslachter erg prettig om te lezen. Braam houdt het eenvoudig en vertelt het verhaal vlot. Het gekozen fragment komt objectief over, zonder sentimenteel te worden. De reden dat ik dit werk belangrijk genoeg vind voor de bloemlezing heeft niet te maken met de literaire kwaliteit ondanks dat het lekker wegleest,- maar met het beeld dat er geschetst wordt van een bepaalde periode. De lezer krijgt inzicht in het leven van een Zuid-Afrikaanse vluchteling, en daarnaast ook een beeld van de Nederlandse samenleving tijdens de Apartheid.
Bloemlezing
Het is de vraag of Conny Braam bij deze bloemlezing past. De afbakening van de vastgestelde definitie brengt evident een aantal beperkingen met zich mee. De auteur moet over Zuid-Afrika schrijven. Hier voldoet De Bokkeslachter aan. De auteur moet tevens een langere tijd -dus geen vakantie van drie weken- in Zuid-Afrika hebben gewoond. Hier stuiten we dus op een probleem. Braam heeft dit werk geschreven, nadat ze in Zuid-Afrika is geweest. Maar hoe lang ze daar precies is geweest is niet duidelijk, maar zeker is dat ze daar niet gewoond heeft. We kunnen er dus vanuit gaan dat haar eerste reis (voor ze De Bokkeslachter heeft geschreven) niet langer dan twee maanden heeft geduurd. Maar is dit een reden om haar niet te gebruiken voor de bloemlezing of is dit juist een aanwijzing om de definitie aan te passen?
Dit hangt af waar de samenstellers van de bloemlezing voor willen kiezen. Braam levert een belangrijke bijdrage aan het tijdsbeeld van vooral Zuid-Afrikaanse vluchtelingen en anti-apartheidscampagnes in Nederland. Zelf denk ik dat dit belangrijk genoeg is om soepel te zijn met de vastgestelde definitie. Braam is zelf niet in Zuid-Afrika geweest voor 1990, maar die illusie probeert ze ook niet te wekken. Over haar eerste ontmoeting met Zuid-Afrika zegt ze zelf:
"Het was adembenemend, maar ook heel vreemd. Johannesburg kende ik op mn duimpje. Ik wist precies waar alle bushaltes waren, want ik had jarenlang koeriers naar de stad gestuurd en ontmoetingen tussen verzetsstrijders geregeld. Toen ik er voor het eerst kwam, was ik verbijsterd. Ik had me nooit gerealiseerd dat Johannesburg zo heuvelachtig was, want dat zie je niet op een plattegrond. Het was mijn Johannesburg helemaal niet."
Ze wil in haar werk een beeld geven van de vluchtelingen en/of bannelingen en de strijd tegen de Apartheid. Eerder heb ik geconstateerd dat haar werk past in de koloniale literatuur, dus het zou zonde zijn om haar werk niet in te passen.
Bibliografie