Ludouicus Capellus Parisiensis cum Gulielmo Feuguereo dignissimo collega Lugduni Batauorum theologicis exercitationibus anno Domini MDLXXV exordium dedit.1 Ad id Sedano accitus ab illustrissimis Ordinibus et Guilielmo Auriaco.
Ludovicus Capellus uit Parijs verzorgde in het jaar des Heren 1575 met zijn zeer geachte collega Gulielmus Feugeuraeus in Leiden een introductie in theologische toepassingen. Hiertoe hadden de zeer respectabele Staten en Willem van Oranje hem uit Sedan laten komen.
Is filius fuit Jacobi Cappelli celebris in supremo senatu Parisiensi, aduocati regii, natus anno Domini MDXXXIV januarii XV. Septennis puerulus patre orbatus est et exinde aetatis XVII ineunte praeceptoris classici in gymnasio cardinalis Monachi2 elogium nacto partes sustinuit, quas cum praeterpropter quinquennium dignissime impleuisset, Burdegalam litterarum nobilissimum emporium cessit iuri ciuili operam nauaturus. Vbi interea dum professionem linguae Graecae honorifice sibi delatam ornat, veritatis Euangelicae cognitionem degustare coepit, cum prius, sicuti dictitare solebat, Ciceronianus modo esset.
Hij was de zoon van Jacobus Capellus, een man van faam in de belangrijkste senaat van Parijs, een gerenomeerd advocaat. Hij is geboren op 15 januari in het jaar des Heren 1534. Als jongetje van zeven verloor hij zijn vader en verder, toen hij 17 was, verkreeg hij bij binnenkomst op het Collège du Cardinal Lemoine zijn lesbevoegdheid als leraar en ondersteunde de lessen. Toen hij deze opdracht ongeveer vijf jaar zeer waardig uitgevoerd had, ging hij naar Bordeaux, een handelsplaats voor de meest vermaarde literatuur, om te assisteren bij het burgerlijk recht. En daar, terwijl hij intussen het professoraat van de Griekse taal, dat hem eervol verleend was, luister bijzette, begon hij zich vertrouwd te maken met de kennis van de waarheid van het evangelie, hoewel hij eerder alleen Ciceroniaan was, zoals hij gewoonlijk steeds zei.
Quapropter ea professione anni et aliquot mensium interusurio defunctus, Geneuam se confert sitim veritatis expleturus, cui cum abunde satisfecisset, Lutetiam aduolat rebus suis prospecturus et de vitae genere deliberaturus. Cumque a suis proposito patris exemplo ad forensis instituti sectam inuitaretur, a patre vero coelesti ad fori sublimioris ius enarrandum traheretur, anceps aliquandiu restitit et per varios casus interea iactatus est.
En daarom, nadat hij dit professoraat met toenemend succes een jaar en enige maanden bekleed had, begaf hij zich naar Genève om zijn dorst naar waarheid te lessen. Toen hij dit overvloedig en naar tevredenheid gedaan had, trok hij naar Parijs, om zijn zaken in ogenschouw te nemen en zijn levenswijze te overdenken. En toen familieleden hem zijn vaders voorbeeld voorlegden en hij uitgenodigd werd bij een afdeling van het forensisch instituut, maar hij door zijn hemelse Vader overgehaald werd om het recht van een verhevener gebied te interpreteren, bleef hij een tijdje in dubio en stortte hij zich intussen op verschillende zaken.
Orto sub id tempus tumultu Ambosiano,3 praecipitante vero Francisci II4 fato deferuescente aliquantulum persecutione et crescente in dies euangelicorum numero conuenere reformati de libertate professioni euangelicae intrepide et secure petenda. Quo factum vt Capellus id oneris, cum plurimi detrectarent, subire voluerit aususque sit in eum finem verba facere publice in basilica Parisiensi in conuentu comitiolorum totius reipublicae comitia Aureliae indicta antecedente.
Rond deze tijd ontstond het oproer in Amboise. Toen nu Franciscus II ten val kwam en de vervolging een beetje minder werd en het aantal evangeliegetrouwen met de dag groeide, kwamen de gereformeerden samen vanuit hun onverschrokken en onbevreesde zoektocht naar vrijheid voor het evangelische geloof. Zo gebeurde het dat Capellus deze last op zich wilde nemen, omdat zeer velen weigerden, en hij het met dit doel aandurfde om publiekelijk te spreken in de basiliek van Parijs bij een samenkomst van stemgerechtigden van de hele republiek. De aangekondigde stemvergadering van Orléans was eraan voorafgegaan.
Carolo ix.5 regnum auspicante vniuersarum ecclesiarum reformatarum nomine nequicquam frementibus et reclamantibus seditiosis et superstitiosis referri ad Ordines regni de postulatis suis impetrauit. Mox conditum fuit primum illud de libertate euangelica a Ianuario nuncupatum edictum.
Bij het begin van de regering van Karel IX kreeg hij het gedaan om in overeenstemming met zijn verzoek in de naam van alle reformatorische kerken onder vergeefs gemor en protesten van ruziezoekers en ketters terug te keren naar de Staten van het rijk. Spoedig werd dat eerste edict over de evangelische vrijheid opgesteld, dat met ingang van januari aangekondigd was.
Cum igitur Capello felicissime successisset omnesque demirati essent eius facundiam, ornamenta sua et dotes, vt ecclesiae vindicaret et addiceret, sollicitabatur. Cumque diu reluctatus esset, tandem vi ferme adactus fuit verbi diuini ministerium amplecti et Parisinae ecclesiae nomen dare, a qua amandatus est ad populosam Meldensem ecclesiam6 pascendam. Cumque inibi sedem fixisset, per nouos tumultus nouum domicilium deserere coactus primum Geneuam, mox Sedanum fugit.
Hoewel Capellus dus heel gelukkig succes gehad had en allen benieuwd waren naar zijn welbespraaktheid, zijn redekunsten en zijn talenten, om dingen voor de kerk te claimen en die te begunstigen, werd hij onrustig. En hoewel hij zich lang verzet had, was hij er uiteindelijk bijna met geweld toe gebracht de dienst voor Gods Woord op zich te nemen en zich te wijden aan de kerk in Parijs. Vandaar is hij weggezonden naar het dichtbevolkte Meaux om de kerk te dienen. En toen hij daar zijn positie gevestigd had, werd hij vanwege nieuwe onlusten gedwongen zijn nieuwe thuis te verlaten. Eerst vluchtte hij naar Genève, spoedig daarop naar Sedan.
Vnde anno MDLXIX ad Antuerpianos pastorem deposcentes ablegatus, superesse diu non potuit, cum saeuiente passim inclementissime Albano. Sedanum regredi cogeretur, maxime cum iam plerisque pontificiis non sine praesenti vitae discrimine innotuisset. Paulo post reuocatur in Galliam et ecclesiae Claromontanae7 attribuitur. Cumque postridie eius diei quo Colinius summus heros8 vulneratus est, concionem in ipsius aedibus, ad id laribus suis euocatus, habuisset, post festum infaustum et diram lanienam Sanbartholomaeam Sedanum repetere facultatibus omnibus instar Lothi9 exutus cogitur.
Vandaar is hij in het jaar 1569 weggezonden naar de inwoners van Antwerpen, die om een herder vroegen. Hij kon niet lang blijven, omdat men overal in Osijek onverdraaglijk tekeerging. Hij voelde zich gedwongen terug te keren naar Sedan, vooral omdat hij al bekend geworden was bij zeer vele papisten, niet zonder gevaar voor zijn eigen leven. Kort daarna werd hij teruggeroepen naar Frankrijk en aan de kerk in Clermont toegewezen. En toen hij op de volgende dag, na die dag waarop de verheven held Colinius gewond raakte, een bijeenkomst in zijn eigen huis zou hebben gehad, werd hij weggeroepen van huis hiertoe en na een onheilspellende plechtigheid en een wrede marteling in Sanbartholomä werd hij gedwongen terug te keren naar Sedan, verstoken van alle hulpmiddelen, zoals in Lot.
Ibi cum per plures dies contra insignem illum Jesuitam Maldonatum a duce Monpenserio missum decertasset idque maximo cum honore, ablegatur ad principes Germanos eorum auxilium imploraturus. Ea legatione dum cum laude et seccessu fungitur, Lugdunum Batauorum ab illustrissimis Ordinibus et principe Auraico euocatur, interea dum Germanicae copiae contrahuntur. Nec ita diu post aduentante Casimiri exercitu reuocatur castrensi praedicationi inter Gallos addicendus vsque dum pax illa in breuissimum tempus quod praesenserat et praenuntiauerat, Stampis percussa est.
Toen hij daar gedurende verscheidene dagen, en wel heel eervol, een polemiek gevoerd had tegen die markante Jezuïet Maldonatus, die gezonden was door de veldheer Monpenserius, werd hij afgevaardigd naar de Germaanse vorsten om hun hulp in te roepen. Toen hij deze opdracht eervol en met succes vervuld had, werd hij door de zeer verlichte Staten en de Prins van Oranje naar Leiden uitgenodigd, terwijl intussen de Germaanse troepen verenigd werden. En niet zo veel later, ten tijde van de komst van het leger van Casimir werd hij teruggeroepen, omdat hij zich moest inlijven bij het legerpastoraat bij de Galliërs, totdat er in Étampes die vrede gesloten werd voor heel korte tijd, wat hij voorvoeld en vooraf aangekondigd had.
Recrudescente igitur bello tandem ab ecclesia Sedanensi et illustrissima heroina Francisca Borbonia, Bullionaei ducis10 vidua, in pastorem ordinarium adoptatus ecclesiae Parisinae indultu. Docte et facunde sacri ministerii prouinciam nec non professionem theologicam ad anno Domini MDLXXXVI obiuit. Diemque vltimum clausit sexto Ianuarii cum summo omnium piorum et eruditorum luctu annum agens aetatis 60. Oratione publica a Tenantio collega et pastore sincero11 collaudatus omniumque qui inibi litteras profitebantur epitaphiis pro merito cohonestatus toti ecclesiae ac principibus suis extremum sui desiderium reliquit.
Dus bij de nieuwe uitbraak van de oorlog werd hij uiteindelijk door de kerk van Sedan en de zeer verlichte heldin, Francisca Borbonia, de weduwe van Graaf Bullionaeus, tot gewoon pastor verkozen met permissie van de kerk in Parijs. Hij nam de taak van het heilig ambt geleerd en vakkundig op zich, alsmede het professoraat in de theologie tot het jaar des Heren 1586. En hij sloot, 60 jaar oud, zijn laatste dag af op 6 januari tot zeer diepe rouw van alle welwillende en ontwikkelde lieden. Hij werd zeer geroemd door zijn collega en oprechte pastor Tenantius in een openbare rede. En van allen die zich daar aan de letteren wijdden, liet hij terecht geëerd zijn laatste wens op een epitaaf achter voor de hele kerk en haar leiders.
Scripta Ludouici Capelli:12
Vita procellis belli ciuilis perturbatissima interim manu scriptum extat.
De ecclesia et eiusdem notis aduersus epistolam a Roserio Apostata ad illustrissimam Franciscam Borboniam directam anno Domini MDLXXIII.
Speculum papismi eodem autore.
Commentarii in Caluini Catechesin.
Epistolarum selectarum volumen.
Geschriften van Ludovicus Capellus:
Een zeer verstoord leven door de stormen van de burgeroorlog. Bestaat een tijdje, handgeschreven
Over de kerk en haar geschriften, gericht tegen de brief van Roserius Apostata aan de zeer geëerde Francisca Borbonia, in het jaar des Heren 1573
De Papenspiegel, door dezelfde auteur
Commentaar op de catechismus van Calvijn
Een bundel selecte brieven