pour qui est à la fleur de son âge, avec un coeur sensible, une imagination vive et peut-être romanesque, cette indifférence forcée est la plus affreuse des situations. . |
In de zwaarmoedigheid van David van Lennep op dit tijdstip en in de uitdrukkingen, door hem gebezigd om zijn zielsgesteldheid te schilderen is de weêrschijn niet te miskennen van de overgevoelige letterkunde dier dagen. Hij las toen veel Hoogduitsche schrijvers en was o.a. hoogelijk ingenomen met Klopstock, dien hij in een zijner brieven boven Milton stelde, ja boven alle epische dichters van den nieuweren tijd. De bui van sentimentalisme was echter, bij iemand, die zoo gezond een brein bezat, van korten duur, en nog korter duurde, bij iemand, wiens hart zo geneigd was tot algemeene menschenmin, de geest van misantropie, bij hem door t lezen van La Rochefoucault opgewekt. |
zullen toch altijd de voorbeelden van verfijnde smaak geput moeten worden, niet met het friseerijzer of rouge opgedirkt, maar eenvoudig en eerlijk: hierdoor werd de barbarij van Europa verdreven. |
Ik bezing de hernieuwde omgang tussen Belgen en Bataven, het gemeenschappelijk volk van onze voorouder Secundus; nu zal in het Elysische woud Hoschius lopen in het gezelschap van Heinsius en de schim van Grotius met die van Wallius. België werd geplaagd door oorlogen steeds over u, maar niet voor u, nu is het verenigd onder onze koning, nu herleeft onze gemeenschapplijke geschiedenis, Hoorne, Bredero, de Nassaus... |
De uitnemende gedenkschriften der Grieksche en Romeinsche geleerdheid schuilden in de morsige holen van vadzige monniken en de volgende Eeuw eerst bragt ze bij de herleving der letteren in Italië aan het licht... In de dertiende Eeuw waren de handschriften het eigendom van weinigen, en, als voorbrengsels van het blinde Heidendom, meestal veracht. De kloosterlingen alleen bedienden er zich van tot eenen pronk van wetenschap en misleiding des volks. |
Is het niet opmerkelijk? Bijna geen voortreffelijk Dichter heeft de Zeventiende Eeuw opgeleverd, die zich niet eenigszins bevlijtigd heeft in de oude Letterkunde, en bij hen, die zulks verwaarloosden, is gebrek aan smaak niet onduidelijk te bespeuren. Wat toch mangelde aan Bredero, dan smaak, gezogen uit de bloem der Ouden? |