Isaac de Vos: De beklaeglyke dwang. 1694. Oorspronkelijke editie 1648 (Ceneton094880) Naar de prozavertaling door Jacobus Barocus van La fuerza lastimosa door Félix Lope de Vega y Carpio Uitgegeven door een werkgroep Leidse neerlandici onder leiding van dr. O. van Marion, m.m.v. drs. G.C. van Uitert Red. dr. A.J.E. Harmsen, Universiteit Leiden. Ceneton094990 Ursicula In deze uitgave zijn evidente zetfouten gecorrigeerd en gemarkeerd met een asterisk. |
De BEKLAEGLYKE[Vignet: Putje met emmer links]tAMSTERDAM, |
Aen mijn HEER |
Ik offer u, uyt myn vrye wil, de Beklaeglijcke Dwang; maer so ik my nader besinne, vinde ick mijn wil verplicht; Dit doet my te rug deysen: siende uw weldaden soo groot, dat mijn danckbaerheyt om danck is verlegen en [p. 4] haer offerhande te slecht, om daer door te wijsen hoe veel zy in U E. gehouden sy. Doch kennende uw aert soo heus, uw beleeftheyt soo groot, dat sy sich de geringheydt mijner geschenck niet belgen sal; soo verstout het my, om mijn voorgenome toeleg in der daadt te doen blijcken, als die liever reukeloos ben, dan ondankbaer. UE. sult hier een spel sien, en, soo ick my niet bedriege, sal het u behagen, te meer, alsoo de maker meer gesien heeft na de tijdt daar in hy leefde, als wel op de oude Tooneel-wetten; en het dunckt my oock ongerijmt, in het rijmen van Tooneelspeelen, voor de tegenwoordige tijt, te letten op de voorledenen, nu het oog; neffens de ooren, wil aendeel hebben in het geen haer vertoont werdt. t Is uyt het Spaens my overgeset door den Heer Barokes, van my op Neêrduyts Rijm gebracht. Heeft het yets van sijn glans verloren, ick seg, tot mijn verschooning, met onsen gelaurierden Poët J. van Vondel, Yet van deene Tael in dander door eenen engen hals te gieten gaat sonder plengen niet te werck. Oor- [p. 5] deel hier na uw aerdt, terwijl gy my, en alle Lief hebbers belust gemaeckt hebt om yets van U E. maecksel op ons Toneel te sien, waer in het vermakelijck en t nut, volgens onse Toneelspreuck, van pas in een gedeugt zy. Hier mede eyndigende, wensche ick te blijven, |
PERSONAEDJEN. |
Grimaldo, Bellardo, | } | Dienaers van Graef Henrijk. |
Fenicio, Tebandro, Bisschop, | } } | Soldaten van Rudolf. |
DE BEKLAEGLYKE |
Hendrijck, Dionisia. |
Octavio. |
Dionisia. Henrijck. Octavio |
Koning Eduardus. met de Jagermeester. |
Octavio. Eduardo. |
Bellardo. Grimaldo. |
Henriko. Grimaldo. Bellardo. |
Celinde. Dionisia. |
Eduardo. Fabio. Klenardo. Celinde. |
Bellardo. Grimaldo. |
Octavio. Grimaldo. Bellardo. |
TWEEDE BEDRYF. |
BRIEF. |
Henriko en Fabio uyt. |
binnen. |
Grimaldo. Henrijk. Bellardo. |
Dionisia. Henrijk. Celinde. Bellardo. Grimaldo. |
Eduardo. Dionisia. Fabio. Celinde. Klenardo. |
ZANG STEMME: Qui le tien dAmarilies. |
Henrijck. Eduard. Dionusia. Rosaura. Mauritius. Lasaura. Celinde. Fabio. Altenio. Klenardo. Bellardo. Grimaldo. |
EDUARDO leest den Brief. |
Fabio. Eduardo. Henryko. |
HENRYK leest. |
HENRYK leest. |
DARDE BEDRYF. |
Fabio, met de kinderen, uyt. |
VIERDE BEDRYF. |
De Bischop, met gevolg van Geestelicken uyt. |
Henderijk half gekleedt, met een degen in de vuyst, met Grimaldo en Bellardo uyt. |
Hen. Bin. |
Octavio. Rozaura. |
VYFDE BEDRYF. |
Klenardus, Eduardus. Dionisia. Celinde. |
Klenardo met Henriko uyt. |
Rozaura, in mans kleeding. |
Tebandro. Rozaura. Fenicio. |
Mauritius met Kapiteyn Karel uyt. |
Rudolfus. Klenardo. Henrijck. Maurits. Karel. |
Knielt. |
Eduardo. Rudolf. Mauritius. Dionisia. Octavio. Rozaura. Henrijck. Fabio. Klenardo. Celindo. Altenio. Grimaldo. Bellardo. Karel. Tenebandro. Fenicio. |
EYNDE. |
Tekstkritiek: |
vs. 215: Met er staat: Mer vs. 29: de douw, er staat: douw, vs. 40: waarheen, er staat: waar heen, vs. 134: Thetis er staat: Rhetis vs. 177: Terstont er staat: Verstont vs. 191: gy, er staat: gy. vs. 197: lacht er staat: licht vs. 200: een er staat: aen vs. 245: sijn er staat: mijn vs. 265 het hiaat is aangevuld naar de eerste druk vs. 302: l uy mesme quil lees: luy mesme quil vs. 334 roock er staat: ronck vs. 346: Daphnes er staat: Daphanes vs. 382 min er staat: mijn ibid. o vrienden, er staat: ovrienden, bij vs. 399: uyt er staat: nyt vs. 448: middel er staat: midddel vs. 401: begeert, er staat: begeert. vs. 449: my!) er staat: my! vs. 470: Marquis, er staat: Marqnis, vs. 634: segt, Mevrou. er staat: segr, Mevron. vs. 641: tergtge er staat: tergtgte na vs. 670a: de regie-aanwijzing Bin. staat niet cursief vs. 672: genot er staat: ge not vs. 697: rouw er staat: rouw? vs. 742: gesang er staat: gasang vs. 868: volgen er staat: volgeu voor vs. 813b: Dion. er staat: Dion voor vs. 947: Edua. er staat: Edur vs. 975: maer er staat: mear vs. 1275: gaeu, er staat: gaen, vs. 1287: het er staat: hat vs. 1281a: is een regel te hoog gedrukt vs. 1347: vrouw; er staat: veouw; vs. 1370: Epidaura er staat: Epiduara (lees: Epidaurus) vs. 1422: t er staat: s vs. 1476: na niet staat geen leesteken maar wel extra witruimte; na na een leesteken dat niet duidelijk is vs. 1506: wit en sin er staat: wit sin vs. 1553: Rosaura er staat: Rosoura vs. 1561: reden. er staat: reden vs. 1571: dankbaer er staat: danbkbaer voor vs. 1613: Rudolf. er staat: Rudolf vs. 1672: scharp er staat: sckarp vs. 1770: veynst. er staat: veyust. vs. 1820: vermoorden. er staat: wermoorden. vs. 1946: Rosauras er staat: Rosauros vs. 1957: Wel er staat: wel |