EEnige tijd geleden, kwam my de Klucht van de Bedroge Vryjer in handen, over de welke ik met een van mijn Vrinden sprekende, vonden wy die zodanig, dat wy oordeelden, zo dezelve van alle aanstootelijkheden, en eenige misstellingen gezuivert wierd, dat die dienstig zou kunnen zijn, om tot proffijt der Armen, ten Tooneele gebragt te worden: waar door ik aangeprikkelt wierd om zulks te doen. Ik heb daar by gedaan en afgenomen, t geen ik noodig oordeelde. Indien het UE. eenigsints behaagt, zal ik mijn moeiten dubbelt betaalt achten. Vaar wel. |