Onder het leezen van den ISAÄK des beroemden Abts METASTASIO, zo als dezelve in onrym door den arbeidzaamen Heere Joan Christiaan Cuno in onze taale is overgezet, streelden my deszelfs tederheid en verhevene uitdrukkingen zo krachtig, dat ik in lust ontvonkt wierd om het Stukje in dichtmaat te brengen; t welk my dacht het eenige middel te zyn om het die bevalligheid te geeven, welke daaräan in het Nederduitsch ontbreekt.
Dewyl de H. Schrift ons in twyfel laat of Abraham het Goddelyk bevel om zynen Zoon te offeren vóór zyn vertrek naar Moria aan Sara heeft bekend gemaakt of voor haar verzwegen, heeft de Abt, gelyk by in zyne Voorreden zegt, het gevoelen dier Uitleggeren omhelsd, welke die bekendmaaking vaststellen, als het bekwaamste om de geheele handeling te bestieren, de hartstochten te beweegen, en de afschaduwing van het groote Beeld, t welk hy bedoelde, te meerder gelykheid te geeven. Voor t overige zal men zien dat hy, om die afschaduwing nog sterker te maaken, door Gamari den Discipel, wien Jesus by uitstek lief had, heeft willen afschetsen, laatende Isaäk tegen Sara en zynen Vriend uitdrukkingen gebruiken, waar van men by de Euangelisten vind dat zich de Heiland tegen Maria en dien Discipel bediend heeft: doch alzo er een of twee zeggingen onder zyn, welke voor Sara volstrekt onverstaanbaar zouden zyn geweest, heb ik dezelven eenigzins veranderd; gelyk ik ook de uitdrukkingen veranderd heb in het slot van t Stuk, door Metastasio het Choor genaamd, t welk by hem een Rei van Christenen is, doch waarvan ik Herdersknaapen gemaakt heb, omdat ze in t byzyn van Abraham, en op dien zelfden tyd, spreekende ingevoerd worden.
[p. 4]
Ofschoon, by de verandering van het komen of vertrekken der spreekende Persoonen, het gewoone gebruik van t woord Tooneel in schriftuurlyke Stukken genoegzaam zou kunnen verdedigd worden, dewyl zulks niets anders wil zeggen dan dat er zich meerder of minder Spreekers vertoonen dan te vooren, heb ik, om naauwgezette gemoederen geenen aanstoot te geeven, my van het woord Gesprek bediend, in vertrouwen dat men het niet zal afkeuren. Sommige Dichters hebben alleen de naamen der Spreekers bovenäan gesteld; doch die onderscheiding was my niet duidelyk genoeg. In het schryven van Deel, in plaats van Bedryf, ben ik door anderen reeds voorgegaan. |