DE SCHADELYKE SOON
[Vignet: fleuron]t AMSTERDAM, |
INHOUDT |
EEn vermaarde Jood woonagtig eertyds, so men verdigt, in de stad Amsterdam, had door de dood syn eerste vrouw verlooren, by wien dat hy ses Soonen had geprocureert, over welke kinderen hy tot stiefmoeder, na de Joodse wet, in Egt nam de suster van de overledene vrouw, welk oorsaak was dat hy eigen moeders goed moest uytkeeren aan twee Swagers van hem, die als voogden over dese onmondige waaren gesteld; een van dese Soons oud geworden synde seventien of agtien jaaren, spatte uyt tot allerley hoerery, dievery en straatschendery, sodanig dat hy weken, ja maanden buyten syns vaders huys was, sonder te weten waar hem te vinden, in t kort het was een volkoomen Ligt- [fol. π2v] mis, ja selfs had hy een naayster in syn ouders huys, die men seide getroud te syn, en haar man op Zee was, tot syn geyl gebruyk gekregen, dat door de meyt ontdekt wierd, middelerwyl nam hy alles weg wat hy, so van Vader, stiefmoeder, Broers en meyd konde rooven, dat hy by hoeren en pluggen bragt en aldaar verkonkelde; send dikwils pluggen en hoeren Waarden met reekeningen en assignatien om geld, by syn vader, die sulks dan met dwang de vader af persten, hy selfs eens om geld vragende, slaat by weigering van dien, syn vader en stiefmoeder, waar op syn twee oudste broers toeschietende, geeft de eene een sneedje in syn wang, en vlied weg, waar op de vader syn voogden by een doet komen, om haar al syn quaad bedryf te relateren, en wat te sullen doen; resolveren sy hem na Suriname te senden na dat sy hem bevooren hadden geraden tot het houwelyk, daar hy niet na wilde luysteren, waar op sy een schip bespreken, en syn uytrusting klaar maken, word hy middelerwyl van de Wagt in de kortegaard gebragt, daar hy uyt word gelost, en thuys word gebragt en wel bewaard; houden een afschytmaal met malkander, en dit gedaan synde, word na Texel op een Surinaams schip geboeyt gebragt, met strenge order, hem, aan land, niet te sullen la- [fol. π3r] ten gaan voor dat hy in Surinaame komt te arriveeren en aldaar komende, met brieven voorsien synde, om hem tot loon daar tien of meer jaaren te houden. |
PERSONAGIEN. |
Hans Jorisz. Coert Jorisz. Machayer Jorisz. Sampje Jorisz. Judas Jorisz. | } } | Soons van Claudius en Broeders van Joris de Ligtmis. |
Symen Beursesnyder, Jochem Schram, Kees de Plug, Koen de Ronselaar, | } } | Hoere-waarden. |
Albert Slok-op, Goosse Hangbast, | } | Voogden over eigen moeders goed van de Soons van Claudius. |
Heyn de Lapper, Klaas de Snyder, | } | Ratelwagts. |
Jan Jansz. Harmen Klaasz. | } | Dienders. |
DE |
TWEEDE TONEEL. |
DERDE TONEEL. |
VIERDE TONEEL. |
VYFDE TONEEL. |
SESDE TONEEL. |
TWEEDE BEDRYF. |
TWEEDE TONEEL. |
DERDE TONEEL. |
VIERDE TONEEL. |
VYFDE TONEEL. |
SESDE TONEEL. |
SEVENDE TONEEL. |
ACHTSTE TOONEEL. |
DERDE BEDRYF. |
TWEEDE TONEEL. |
DERDE TONEEL. |
VIERDE TONEEL. |
VYFDE TONEEL. |
SESDE TONEEL. |
Singen het volgende liet. Voys: Ag schoone maagt u lieve lonken. |
LAATSTE TOONEEL. |
Gaan alle aan een tafel schryven. Broeders singen dese Rey. |
Singen het volgende liet. Voys: Sarbande. |
Einde van t Spel en Gezang. |
Tekstkritiek: |
De brieven van de pluggen en ooms verwijzen naar het jaar 1718 (p. 19, 23, 73). Een eerdere druk van dit blijspel verscheen in 1725. Verzen Weesrijmen: vs. 243, vs. 593 Drielingrijm: vs. 420-422 Rijm rondom een lied: vs. 1748 en 1757; vs. 2790 en 2851. Ongelijk beklemtoonde of ongelijk gespelde rijmparen (eventueel te beschouwen als knittelverzen), o.a. vs. 135-136: u-schuw, vs. 147-148: houwelijk-vrouwsberyk, vs. 163-164: vrind-bediend, vs. 1250-1251: regering-uytkering vs. 2306-2307: meuy-bruy; vs. 2404-2405: drinken-denken Zetfouten in de lijst van personen is Klaas de Snyder ratelwacht en Jan Jansz diender, maar in het spel treedt Klaas de Snyder als diender op en is er sprake van een zekere Jan Pierlepomp (p. 45), Jantje of Jan de Wagt (p. 52) of Jantje de ratelman (p. 57) die ratelwacht is. vs. 155 t er staat: s vs. 332 uyt er staat: uys vs. 345 eenjes (i.p.v. eensjes) komt vaker voor: vs. 1531, 1542 vs. 576 fluyt of staat hier sluyt of stuyt? vs. 675 duysent er staat: duysenr vs. 676 Want er staat: Waut vs. 697 firs mischien is fris bedoeld, of fier vs. 979 hoeft er staat: hoefr vs. 984 bewimplen er staat: bewinplen vs. 1059 kreupel er staat: krupel (of is dit een ongelijk rijm?) vs. 1066 vyfentwintig er staat: vyfentwitig vs. 1156 na er staat: ua vs. 1196 herleven er staat: herleveu vs. 1586 hontsfot (of evt. hontskont?) er staat: hontsfont vs. 1627 geld er staat: gelk p. 52 Jan de [nadere aanduiding ontbreekt, moet wel Jan de Wagt zijn (zie even verderop)] vs. 1701 Nu er staat: Ny vs. 1766 dier er staat: dier. vs. 1929 rasphuys er staat: rasphus vs. 2045 denk er staat: dend vs. 2228 debatteren er staat: debatteten vs. 2461 Claud. er staat: Claud Lexicon Het blijspel bevat nogal wat bargoens (poen, kasjot, opboeien) vs. 687: viergelipte als verwijzing naar vrouwelijke persoon ook in Burchoorns Snorrepijpen, niet in WNT vs. 1699, 1940: smulkist: kist met reisbenodigdheden o.i.d. (niet in WNT) vs. 1939: op een hontsfot bijten niets te eten hebben, (in WNT naar Marin, e.g. 1717: 382: niet te kaauwen hebben (en andere woordenboeken), niet elders?) op een houtje bijten pas sinds 1921 (Stoett 976) vs. 2016: pottebank (let. schap voor potten) hier: boezem, decolleté (deze bet. niet in WNT) vs. 2664: poppe drek (voor poppestront) (woord niet in WNT) |