DE
[Vignet: Ars Usu JuvandaA. van der Laan inv. et fecit] Te AMSTELDAM, |
OPDRAGT, |
L. DE GRAAF. |
BERICHT |
Wanneer ons dit Kluchtspel, in zyn oirspronkelyke Taale, te vooren kwam, oordeelden wy, dat het niet onaartig voor onzen Schouwburg zou zyn: waarom wy de Vertaaling en de beryming ondernaamen, zonder in de schikking iets te veranderen. Het heeft zyn oirsprong in het Fransch gekreegen ter gelegenheid van een valsch gerucht het geen door Parys liep; dat aldaar in eene zekere Buurt een jonge Juffrouw zich onthield, wier aangezicht de gelykenis of gedaante een s Doodshoofds had. Men bood (vervolgt de Maaker in het Fransch) een aanmerkelyke somme gelds, aan den eersten Vryer, die met haar in het Huwelyk wilde treeden. Daar kwamen inderdaad veel Jongelingen, om haar te zien, die ligtgelovig genoeg waaren om dit verdichtsel voor waarheid aan te neemen, en die zelfs met geweld ten Huize wilden indringen; waarom men genoodzaakt was, geduurende eenige dagen, een Schildwacht aan de deur te zetten, om hen den ingang te stuiten. Zie daar, Leezer! de gelegenheid, waar aan dit Toonneelstukje, zyn geboorte schuldig zoude zyn. Indien u onze geringe moeite behaagt, en de Armen er hun voordeel by vinden, achten wy ons voldaan; en hier mcde wenschen wy u wel te vaaren. |
COPYE |
DE Staten van Holland en Westvriesland doen te weten: alzo Ons te kennen is gegeven by de tegenwoordige Regenten van het Wees- en- Oude Mannenhuys der Stad Amsterdam, en in die qualiteyten te samen Eygenaars, mitsgaders Regenten van den Schouwburg aldaar, dat zy Supplianten eenige Jaaren hadden gejoüisseert van t Octroy of Privilegie by hen van Ons op den 23. May 1714. geobtineert, waar by Wy aan hun Supplianten goedgunstelyk hadden geaccordeert, en geoctroyeert, om, geduurende den tyd van vyftien doen eerst agter een volgende Jaaren, de Werken, die ten dienste van het Toneel reets waren gedrukt, en van tyd tot tyd nog verder in het licht gebragt, en ten Toneele gevoert zouden mogen werden, alleen te mogen drukken, doen drukken, uytgeeven ende verkoopen, en bevonden dat de Jaaren, by t voorsz. Octroy of Privilegie genoemt, op den 22. May 1729. stonden te expireeren; ende dewyle zy Supplianten ten meesten dienste van den Schouburg, waar van hunne respective Godshuyzen onder andere mede moeten worden gesustenteert, de voorengemelte Werken, zoo van Treurspellen, Blyspellen, Klugten, als anders, die reets gedrukt, en ten Toneele gevoert zyn, of in komende toe gedrukt, en ten Toneele gevoert zouden mogen werden, geerne alleen, gelyk voorheen, zouden* blyven drukken, uytgeeven en verkopen, ten eynde dezelve Werken door het nadrukken van andere haar Luyster, soo in taal, als in spelkonst, niet mogten komen te verliesen, en dewylen sulx haar Supplianten na de expiratie van t bovengemelte Octroy, niet gepermitteert was, zoo keerden zy Supplianten haar tot ons, onderdaniglyk verzoekende, dat Wy aan hun Supplianten in kwaliteyten voorsz. geliefden te verleenen, prolongatie van het voorsz. Octroy of Privilegie, om de voorsz. Werken, zoo van Treurspellen, Blyspellen, Klugten, als anders, reets gemaakt, en ten Toneele gevoert, of als nog in het ligt te brengen, en ten Toneele te voeren, den tyd van Vyftien eerstkomende, en agtereenvolgende Jaaren, alleen te mogen drukken, en Verkopen, of te doen drukken, en verkopen, met verbod aan alle andere op seekere hooge Peene by Ons daar tegens te Statueeren, SOO IS t, dat Wy, de Saake, ende t voorsz. verzoek overgemerkt hebbende, ende geneegen weezende ter bede van de Supplianten uyt Onze regte wetenschap, Souveraine Magt ende Authoriteyt, de selve Supplianten geconsenteert, geac- [fol. π3v] cordeert, en geoctroyeert hebben, consenteeren, accordeeren en octroyeeren haar by deezen, dat Zy, geduurende den tyd van Vyftien eerst Agtereenvolgende Jaaren, de Werken, die ten diensten van het Toneel reets waren gedrukt, en van tyd tot tyd nog verder in het ligt gebragt, en ten Toneele gevoert zouden mogen werden, in dier voegen, als zulx by de Supplianten is verzogt, en hier vooren uytgedrukt staat, binnen den voorsz. Onzen Landen alleen zullen mogen Drucken, doen Drucken, uytgeven ende verkopen, verbiedende daaromme allen ende eenen ygelyken dezelve Werken, in t geheel, ofte ten deele te Drucken, naar te Drukken, te doen Naardrucken, te Verhandelen, of te Verkopen, ofte elders Naargedrukt binnen den selven Onzen Landen te brengen, uyt te geven, ofte Verhandelen en Verkopen, op Verbeurte van alle de nagedrukte, ingebragte, verhandelde ofte verkogte Exemplaren, ends een boete van drie duysend guldens daar en boven te verbeuren, te Appliceeren een derde part voor den Officier, die de Calange doen zal, een derde part voor den Armen der plaatzen daar het Casus voor vallen zal, ende het resteerende derde part voor de Supplianten, ende dit telkens zoo meenigmaal, als dezelve zullen werden agterhaalt, alles in dien verstande, dat Wy de Supplianten met dezen onzen Octroye alleen willende gratificeeren tot verhoedinge van hunne schade door het Nadrucken van de voorsz. Werken, daar door in geenigen deele verstaan, den innehouden van dien te autoriseeren, ofte te Advouëren, ende veel min dezelve onder onze protexie, ende bescherminge, eenig meerder Credit, aanzien ofte reputatie te geeven, nemaar de Supplianten in cas daar inne iets onbehoorlyks zoude influëren, alle het zelve tot hare Lasten zullen gehouden weezen te verantwoorden, tot dien eynde wel Expresselyk begeerende, dat by aldien zy dezen onzen Octroye voor dezelve Werken zullen willen stellen, daar van geene geäbbrevieerde ofte gecontraheerde mentie zullen mogen maken, nemaar gehouden wezen, hetzelve Octroy in t geheel, en zonder eenige omissie daarvoor te drucken, of te doen drucken, ende dat zy gehouden zullen zyn, een Exemplaar vande voorsz. werken, op Groot Papier, gebonden en wel geconditioneert te brengen in de Bibliotheek van onze Universiteyt te Leyden, binnen den tyd van zes weeken, na dat zy Supplianten de zelve Werken zullen hebben uyt te geeven, op een boete van zes hondert guldens, na expiratie der voortz. zes Weeken, by de Supplianten te verbeuren ten behoeve van de Nederduytse Armen van de plaats alwaar de Supplianten wonen; en voorts op peene van met er daad versteeken te zyn van het effect van dezen Octroye. Dat ook de Supplianten schoon by het ingaan van dit Octroy een Exemplaar gelevert hebbende aan de voorsz, Onse Bibliotheek, by zoo verre zy geduurende den tyd van dit Octroy deselve Werken zouden willen herdrucken met eenige vermeerderingen of anders, hoe genaamt, of ook in een ander formaat, gehouden zullen zyn wederom een ander Exemplaar van de gemelde Werken Geconditioneert als vooren, te brengen in de voorsz, Bibliotheek, binnen deselve tyd, en op de boete en penaliteyt, als voren. Ende ten eynde de Supplianten dezen Onzen Consente, ende Octroye mogen genieten, als naar behooren, Lasten wy allen ende [fol. π4r] eenen ygelyken, dien het aangaan mag, dat zy de Supplianten van den inhouden van dezen doen, Laten, ende gedogen, Rustelijk, vredelijk, ende volkomentlijk genieten ende gebruyken, cesserende alle belet ter contrarie. Gegeven in den Hage, onder onzen Groten zegele hieraan doen hangen op den zevenentwintigsten Mey, in t Jaar onzes Heere ende Zaligmakers duysend zevenhondert agtentwintig. |
J. G. V. Boetzelaar. |
Onder stond, ter Ordonnantie van de Staten, was getekent |
WILLEM BUYS. |
Lager stond, |
Aan de Supplianten zyn, nevens dit Octroy, ter hand gestelt by Extract Authenticq, haar Ed. Gr. Mog. Resolutien van den 28. Juny, 1715, en 30. April, 1728, ten einde om zig daar na te reguleeren. De REGENTEN van het WEES- en OUDE MANNENHUIS hebben in hanne voorsz. qualiteit, het Recht der bovenstaande Privilegie, alleen voor den tegenwoordigen druk, van de VERMOMDE KRISPYN; Kluchtspel; vergund aan IZAAK DUIM. |
In Amsteldam, den 8sten April, 1740. |
VERTOONERS. |
JERONIMUS, een bejaard en geldzuchtig Vryer. | ||
JUFFROUW CANDY, een Confiturierster, zuster van Jeronimus. | ||
ARGENTINE, haar Nichte. | ||
KRISPYN. MARINETTE. | } | Dienstboden van Jeronimus. |
CHARLOTTE. JAVOT. | } | Kinderen van Juffrouw Candy. |
CLITANDER, geweezene Meester van Krispyn. | ||
PROCUREURS CLERCQ. | ||
SCHILDER. | ||
BAKKERSKNECHT. | ||
ZWITSER. | ||
GASCONJER. | ||
NOTARIS. |
Het Tooneel is te Parys, in t huis van Jeronimus. |
DE |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
TWEEDE TOONEEL. |
KRISPYN, ter zyde. |
JERONIMUS, stil tegen Marinette. |
MARINETTE. |
JERONIMUS, ziende Krispyn aan. |
KRISPYN, zich voor Jeronimus buigende. |
JERONIMUS. |
MARINETTE, zagt tegen Jeronimus. |
DERDE TOONEEL. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
Hy doet of hy geld telde. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN, zyn oor krabbende. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
VIERDE TOONEEL. |
VYFDE TOONEEL. |
MARINETTE met een Toillet en Vrouwe Klederen. |
KRISPYN. |
MARINETTE, hem onder de kin kloppende. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE, weggaande. |
ZESDE TOONEEL. |
Hy schikt zyn Toillet, spuwt op de spiegel, en veegt dien af, enz: voorts gaat hy op een Tabouret zitten, neemd een kam, en zegt: |
Hy doet of hy zich het hoofd van achteren kemde, en houd schielyk op. |
Hy strykt rood op de eene, en wit op de andere wang, en vervolgt dus: |
Hy krygt een muts naar de mode: hy beziet ze, draaid ze om, terwyl hy zegt: |
Hy zet het Kapsel op zyn hoofd, en na dat hy in den spiegel gezien heeft, zegt hy: |
Hy vind er een naar de ouderwetse mode, een booge fontangie. |
Hy zet ze op zyn hoofd, staat op, en komt voor op het Toneel, en zegt: |
Hy gaat voor zyn Toillet zitten, en beziet alles wat er op is. |
Hy doet alle die Kleederen aan. |
Hy doet de Balyne aan, die onbetaamlyk wyd is, en zegt: |
Hy haald onder het kleeden verscheidene reizen zynen adem; voorts ziet hy in den spiegel, en zingt; |
ZEVENDE TOONEEL. |
JERONIMUS, lagchende. |
KRISPYN, dartele gebaaren makende. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
ACHTSTE TOONEEL. |
MARINETTE, op eene verbaasde wyze. |
JERONIMUS tegen KRISPYN. |
NEGENDE TOONEEL. |
TIENDE TOONEEL. |
JUFFROUW CANDY, omhelzende Jeronimus. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
CHARLOTTE, vattende Jeronimus om den hals. |
JAVOT, zyn oom omhelzende. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY ontsteld. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY, zeer ontroerd. |
JAVOT. |
CHARLOTTE. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
JAVOTTE. |
CHARLOTTE. |
JERONIMUS. |
Hy roept. |
ELFDE TOONEEL. |
MARINETTE. |
JERONIMUS. |
MARINETTE. |
JERONIMUS. |
MARINETTE. |
JERONIMUS. |
MARINETTE. |
JERONIMUS. |
MARINETTE. |
JUFFROUW CANDY, haastig. |
JERONIMUS. |
MARINETTE. |
Zy gaat en keerd wederom. |
JUFFROUW CANDY. |
MARINETTE. |
Zy gaat. |
TWAALFDE TOONEEL. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS, haar tegen houdende. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
DERTIENDE TOONEEL. |
MARINETTE. |
JAVOT. |
CHARLOTTE. |
JUFFROUW CANDY. |
MARINETTE tegen Juffrouw Candy. |
JERONIMUS, tegen zyn Zuster. |
JUFFROUW CANDY. |
KRISPYN. |
Hy omhelst haar. |
JUFFROUW CANDY, haar aanzicht afveegende. |
KRISPYN. |
JAVOT achter zyn moeder kruipende. |
KRISPYN tegen Charlotte. |
MARINETTE weg loopende. |
KRISPYN, snyt, als een Tooneelheld, deeze boertige vaerzen, in navolging van Phedra en Hypolytus op. |
JERONIMUS tegen Krispyn. |
KRISPYN. |
JUFFROUW CANDY. |
KRISPYN. |
JUFFROUW CANDY. |
KRISPYN. |
MARINETTE, ter zyde. |
KRISPYN. |
JERONIMUS tegen Juffrouw Candy. |
KRISPYN. |
JUFFROUW CANDY. |
MARINETTE tegen Krispyn. |
KRISPYN, tegen Marinette. |
JUFFROUW CANDY. |
KRISPYN. |
JUFFROUW CANDY verstoort. |
JERONIMUS tegen Marinette. |
KRISPYN heen gaande. |
VEERTIENDE TOONEEL. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY. |
binnen met haar Kinderen. |
VYFTIENDE TOONEEL. |
Hy roept. |
ZESTIENDE TOONEEL. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
JERONIMUS. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
Zy gaat om de deur te openen. |
KRISPYN, mede binnen gaande. |
ZEVENTIENDE TOONEEL. |
ACHTIENDE TOONEEL. |
CLERCQ. |
JERONIMUS. |
CLERCQ. |
JERONIMUS. |
CLERCQ. |
JERONIMUS, ter zyde. |
Overluid. |
CLERCQ. |
JERONIMUS. |
NEGENTIENDE TOONEEL. |
CLERCQ. |
KRISPYN. |
CLERCQ. |
KRISPYN. |
CLERCQ. |
KRISPYN. |
CLERCQ. |
KRISPYN. |
CLERCQ. |
KRISPYN. |
CLERCQ. |
KRISPYN. |
CLERCQ. |
KRISPYN. |
CLERCQ. |
KRISPYN, zyn sluyer oplichtende. |
CLERCQ, verbaest wegloopende. |
TWINTIGSTE TOONEEL. |
Hy haald de sluyer over zyn aangezicht. |
EENENTWINTIGSTE TOONEEL. |
SCHILDER, ter zyde. |
KRISPYN, ter zyde. |
SCHILDER, zagt. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN, ter zyde. |
SCHILDER, Krispyn by de hand vattende. |
KRISPYN, op een minnelyke wyze. |
SCHILDER. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN binnens monds. |
SCHILDER, na rond gezien te hebben. |
KRISPYN. |
SCHILDER, de hand van Krispyn verrukt kusschende. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN. |
SCHILDER. |
KRISPYN. |
Hy licht zyn sluyer op. |
SCHILDER, verbaast wegloopende. |
Krispyn haald de sluyer over zyn aangezicht. |
TWEE EN TWINTIGSTE TOONEEL. |
BAKKERSKNECHT, ter zyde. |
KRISPYN, zingt. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN ter zyde. |
Overluid. |
KRISPYN, zyn sluyer oplichtende. |
BAKKERSKNECHT. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT, trillende van schrik. |
KRISPYN. |
BAKKERSKNECHT, zagjes agter uit gaande, en Krispyn aanziende. |
binnen. |
DRIE EN TWINTIGSTE TOONEEL. |
VIER EN TWINTIGSTE TOONEEL. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
KRISPYN, halende de sluyer over zyn aangezicht. |
VYF EN TWINTIGSTE TOONEEL. |
ZWITSER. |
KRISPYN, ter zyde. |
MARINETTE, tegen den Zwitser. |
ZWITSER. |
MARINETTE. |
ZWITSER. |
KRISPYN, ter zyde. |
ZWITSER, wyzende op Krispyn. |
MARINETTE. |
ZWITSER. |
KRISPYN. |
ZWITSER. |
KRISPYN. |
ZWITSER. |
KRISPYN. |
ZWITSER. |
Hy trekt zyn sabel. |
KRISPYN, houdende zyn arm tegen, en ligtende zyn sluyer op. |
ZWITSER. |
KRISPYN, ter zyde. |
MARINETTE, zagt. |
ZWITSER. |
KRISPYN, ter zyde. |
stil, tegen Marinette. |
ZES EN TWINTIGSTE TOONEEL. |
ZWITSER. |
KRISPYN. |
ZEVEN EN TWINTIGSTE TOONEEL. |
ZWITSER, vallende Krispyn om den hals. |
KRISPYN, hem een glas overgeevende, en wyn inschenkende. |
ZWITSER, vald op de fles en drinkt hem uit, en na verscheidene dronken meinen gemaakt te hebben, vald hy smoordronken neêr. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
Zy neemen hem ieder by een been, en sleepen hem weg. |
KRISPYN weder op t Toneel komende, zegt: |
MARINETTE. |
Krispyn haald de sluyer over zyn aangezicht. |
ACHT EN TWINTIGSTE TOONEEL. |
GASCONJER. |
MARINETTE, ter zyde. |
KRISPYN. |
GASCONJER. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
GASCONJER. |
MARINETTE. |
GASCONJER. |
KRISPYN, ter zyde. |
MARINETTE. |
GASCONJER. |
KRISPYN. |
GASCONJER. |
MARINETTE, lagchende. |
GASCONJER. |
KRISPYN. |
GASCONJER. |
KRISPYN. |
GASCONJER. |
KRISPYN, zyn sluyer opligtende. |
GASCONJER, ontstelt. |
MARINETTE. |
GASCONJER. |
MARINETTE. |
KRISPYN. |
GASCONJER. |
Hy loopt schielyk weg. |
KRISPYN, lagcht. |
MARINETTE. |
NEGEN EN TWINTIGSTE TOONEEL. |
KRISPYN, zyn sluyer over t aangezicht haalende. |
MARINETTE. |
JERONIMUS, belemmerd. |
KRISPYN. |
DERTIGSTE TOONEEL. |
JUFFROUW CANDY, tegen Clitander. |
CLITANDER. |
KRISPYN ter zyde. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS. |
CLITANDER, wyzende op den Notaris, die met hem is ingekomen. |
Tegen Krispyn. |
KRISPYN. |
Hy ontdekt zich |
CLITANDER, verbaast te rugge tredende. |
KRISPYN, zacht tegen Clitander. |
CLITANDER, zonder Krispyn te kennen. |
KRISPYN, zacht. |
CLITANDER, Krispyn kennende. |
KRISPYN, zacht. |
Hy kucht. |
JUFFROUW CANDY, tegen Clitander. |
JERONIMUS. |
MARINETTE. |
CLITANDER, tegen Juffrouw Candy. |
JUFFROUW CANDY. |
CLITANDER, na Krispyn van naby gezien te hebben. |
JUFFROUW CANDY. |
CLITANDER. |
KRISPYN, neigende. |
JERONIMUS. |
MARINETTE. |
CLITANDER. |
KRISPYN, op een gemaakte wyze. |
JERONIMUS, stil tegen Krispyn. |
KRISPYN. |
MARINETTE. |
JERONIMUS, tegen Clitander. |
CLITANDER. |
JUFFROUW CANDY, tegen Jeronimus. |
KRISPYN, na dat hy Marinet iets ingeluistert heeft, zegt zagt tegens haar. |
JUFFROUW CANDY, tegen den Notaris. |
JERONIMUS. |
NOTARIS, tegens Juffrouw Candy. |
JUFFROUW CANDY, tekent het contract, en geeft de pen aan Jeronimus. |
JERONIMUS, na getekent te hebben, zegt zagt: |
Jeronimus geeft de pen aan Clitander, en terwyl dien Ridder tekent, zegt hy zagt tot Krispyn. |
KRISPYN, ziende Argentine met Marinette komen. |
JERONIMUS, overluid schreeuwende. |
EEN EN DERTIGSTE TOONEEL. |
MARINETTE. |
JERONIMUS, zagt. |
JUFFROUW CANDY. |
KRISPYN. |
JERONIMUS, ter zyde. |
JUFFROUW CANDY. |
KRISPYN. |
JERONIMUS, vliegende Krispyn aan. |
KRISPYN. |
Clitander en Juffrouw Candy rukken Krispyn uit de handen van Jeronimus. |
JUFFROUW CANDY, tegen Jeronimus. |
JERONIMUS. |
JUFFROUW CANDY hem poogende aan te grypen. |
CLITANDER, haar vast houdende. |
JUFFROUW CANDY. |
JERONIMUS, vlucht weg. |
TWEE EN DERTIGSTE TOONEEL. |
ARGENTINE. |
JUFFROUW CANDY. |
ARGENTINE. |
JUFFROUW CANDY. |
CLITANDER. |
ARGENTINE. |
JUFFROUW CANDY. |
CLITANDER, omhelzende Krispyn. |
KRISPYN, zeer koel. |
CLITANDER. |
KRISPYN, wyzende op Marinette. |
Einde van het twee en dertigste en laaste Toonneel. |
Tekstkritiek: |