Het Eerste Deel.

PROLOGUS.

Verthooninghe.
IOseph siet eenen droom dat de Schooven sijner Broederen den sijnen aen-bidden.
Den eersten uyt-ganck

Het Vierde Deel.

Den eersten uyt-ganck
IOseph inde ghevangenisse zijnde leght uyt de Droomen van den Schenker ende Backer van Pharo.
Den tweeden uyt-ganck
§Pharo Coninck van Egypten gesien hebbende eenen Droom, versoeckt aen sijne Wijse daer van explicatie, die t’selve niet connende doen: ende gheadverteert zijnde van Iosephs wijsheyt doet hem uyt de kercker haelen.